gemeente Steenbergen | Besluit van burgemeester en wethouders houdende de 3e wijziging van de CAR/UWO gemeente Steenbergen

Officiele publicatie

Besluit van burgemeester en wethouders houdende de 3e wijziging van de CAR/UWO gemeente Steenbergen

Burgemeester en wethouders van Steenbergen;

Gezien de ledenbrieven van het Landelijk Overleg Gemeentelijke Arbeidsvoorwaarden

- d.d. 29 mei 2018, kenmerk TAZ/U201800181, LBR18/024, LOGA nr 18/03;

- d.d. 26 juli 2018, kenmerk TAZ/U201800624, Lbr. 18/045, CVA/LOGA 18/05;

- d.d. 24 juli 2018, kenmerk TAZ/U201800473, Lbr. 18/042, CVA/LOGA 18/04;

Gelet op artikel 160 van de Gemeentewet en artikel 125 van de Ambtenarenwet;

b e s l u i t e n :

I. de “CAR/UWO gemeente Steenbergen” te wijzigen als volgt (3e wijziging):

A. Wijzigingen per 1 januari 2018

Artikelen 9b:22a en 9b:45a

De in de ledenbrief d.d. 26 juli 2018, kenmerk TAZ/U201800624, Lbr. 18/45, CVA/LOGA 18/05, inzake FLO-overgangsrecht: wijziging leeftijdsafhankelijke factoren opgenomen wijzigingen worden integraal overgenomen

B. Wijzigingen per 1 juli 2018

Artikel 1:2

Artikel 1:2, sub c, wordt gewijzigd als volgt:

“de onbezoldigd ambtenaar van de burgerlijke stand en de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand”.

Artikel 10d:26

In artikel 10d:26, lid 2 en lid 3, worden de woorden ”salaris en de toegekende salaristoelage(n)” vervangen door: “grondslag”.

Artikel 10d:31

In artikel 10d:31, lid 1, worden de woorden “WW-uitkering” vervangen door ”werkloosheidsuitkering.“

C. Wijzigingen per 1 oktober 2018

Artikel 1:1

Aan artikel 1:1, lid 1, wordt na onderdeel ww een nieuw onderdeel “xx” toegevoegd, luidende als volgt:

“payroll werkgever / werknemer : de werkgever, die op basis van een overeenkomst met een gemeente, welke niet tot stand is gekomen in het kader van het samenbrengen van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt, een werknemer ter beschikking stelt om in opdracht en onder toezicht en leiding van de gemeente arbeid te verrichten, waarbij de werkgever die de werknemer ter beschikking stelt alleen met toestemming van die gemeente gerechtigd is de werknemer aan een ander ter beschikking te stellen.”

Aan artikel 1:1, lid 1, wordt na onderdeel xx een nieuw onderdeel “yy” toegevoegd, luidende als volgt:

“inlenersbeloning: de wettelijk verplichte beloningselementen benoemd in de cao van de payroll werkgever, die van toepassing is op de arbeidsovereenkomst met een payroll werknemer en corresponderen met de beloningselementen in de CAR-UWO van een ambtenaar in dienst van de gemeente werkzaam in een gelijke of gelijkwaardige functie.”

Artikel 3:2a

Na artikel 3:2 wordt een nieuw artikel 3:2a toegevoegd luidende als volgt:

“Artikel 3:2a Inleenvoorschift gelijke beloning payrolling.

1. Het college spreekt schriftelijk met een payroll werkgever af dat de totale beloning van de payroll werknemer vanaf de eerste werkdag van de ter beschikkingstelling bij de gemeente vergelijkbaar is met de totale beloning van de ambtenaar, die een gelijke of gelijkwaardige functie vervult onder dezelfde of vergelijkbare omstandigheden.

2. De totale beloning wordt bij de ter beschikkingstelling van de payroll werknemer vastgesteld. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder de totale beloning naast de wettelijk verplichte loonbestanddelen in de inlenersbeloning, in ieder geval verstaan:

a. de beloningselementen van het IKB bedoeld in artikel 3:28, lid 2, onderdeel b, en 3:28, lid 2, onderdeel c; en

b. de werkgeverspremie ouderdomspensioen (OP) / nabestaandenpensioen (NP) en arbeidsongeschiktheidspensioen (AAOP) van het ABP.

3. Als de gelijke of gelijkwaardige beloningselementen niet volledig onderdeel uitmaken van de totale beloning aan de payroll werknemer die een gelijke of gelijkwaardige functie vervult, dan spreekt het college schriftelijk met de payroll werkgever af dat de payroll werknemer een toelage ter compensatie ontvangt.

4. De toelage ter compensatie van de beloningselementen wordt uitgedrukt in een percentage van het salaris van de payroll werknemer en is niet pensioengevend. De toelage is gelijk een het verschil tussen:

a. de hoogte van gelijke of gelijkwaardige beloningselementen in lid 2, onderdeel a, die de payroll werknemer per maand opbouwt of ontvangt, en

b. de hoogte van de beloningselementen in lid 2, onderdeel a, die een ambtenaar per maand opbouwt of ontvangt.

5. Als de payroll werknemer geen deelnemer is bij het ABP, dan spreekt het college schriftelijk met de payroll werkgever af dat de payroll werknemer vanaf de eerste werkdag pensioen opbouwt volgens de Plus-regeling bij de STIPP vermeerderd met een toelage. De toelage ter compensatie van het verschil in pensioenopbouw met het ABP bedraagt 7% van het salaris. De hoogte van de toelage kan jaarlijks worden bijgesteld.

6. Het college verstrekt de payroll werkgever schriftelijk alle informatie en middelen, waaronder de Matrix flexibiliteit en zekerheid, die nodig zijn om de totale beloning en eventuele toelage correct vast te stellen. De payroll werkgever informeert vervolgens bij aanvang van de ter beschikkingstelling de payroll werknemer schriftelijk als de payroll werknemer een toelage krijgt uitbetaald. Het college vergewist dan bij de payroll werkgever of de payroll werknemer de correcte toelage ontvangt.”

II. te bepalen dat dit besluit in werking treedt met ingang van de dag volgende op die waarop dit besluit is bekend gemaakt.

Steenbergen, 20 november 2018
Burgemeester en wethouders voornoemd
De loco-secretaris, De burgemeester,
drs. H.C. de Korte, MCM R.P. van den Belt MBA