gemeente Steenbergen | Algemene plaatselijke verordening

Officiele publicatie

Wijziging Algemene Plaatselijke Verordening 2022

De raad van de gemeente Steenbergen;

In behandeling genomen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 7 november 2023

Gelet op: artikel 149 Gemeentewet

Besluit:

Artikel I

Het wijzigingsbesluit II van de raad d.d. 19 mei 2022 (RD2200097) betreffende de wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening 2022 in verband met de Omgevingswet wordt ingetrokken.

Artikel II

De Algemene Plaatselijke Verordening 2022 wordt als volgt gewijzigd:

A

De naam van de regeling wordt gewijzigd van ‘Algemene Plaatselijke Verordening 2022’ naar ‘Algemene Plaatselijke Verordening 2024’.

B

Artikel 1:1 komt als volgt te luiden:

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • bebouwde kom: het gebied binnen de grenzen die zijn vastgesteld op grond van artikel 20a van de Wegenverkeerswet 1994;
  • beperkingengebiedactiviteit: hetgeen daaronder wordt verstaan in de bijlage, onder A, bij de Omgevingswet;
  • bevoegd gezag: bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een omgevingsvergunning als bedoeld in de Omgevingswet.
  • bouwwerk: hetgeen daaronder wordt verstaan in de bijlage, onder A, bij de Omgevingswet;
  • bromfiets: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1, eerste lid, onder e, van de Wegenverkeerswet 1994;
  • college: het college van burgemeester en wethouders;
  • gebouw: hetgeen daaronder wordt verstaan in bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving;
  • handelsreclame: iedere openbare aanprijzing van goederen of diensten, waarmee kennelijk beoogd wordt een commercieel belang te dienen;
  • motorvoertuig: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990;
  • openbaar water: wateren die voor het publiek bevaarbaar of op andere wijze toegankelijk zijn;
  • openbare plaats: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1 van de Wet openbare manifestaties;
  • parkeren: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990;
  • rechthebbende: degene die over een zaak zeggenschap heeft krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht;
  • voertuig: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, met uitzondering van kleine wagens, zoals kruiwagens en kinderwagens, en rolstoelen;
  • weg: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Wegenverkeerswet 1994.

C

In artikel 1:2, derde lid, wordt de volgende tekstpassage ‘In afwijking van het tweede lid is artikel 3.9 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van toepassing als beslist wordt op een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 2:10, tweede lid, of een vergunning als bedoeld in artikel 2:11, tweede lid, aanhef en onder a, of artikel 4:11 of een vergunning als bedoeld in artikel 2:12.’ vervangen door ‘Dit artikel is niet van toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning.’

D

In artikel 1:4 wordt een derde lid als volgt toegevoegd:

3. Dit artikel is niet van toepassing op een omgevingsvergunning.

E

Artikel 1:5 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.
    Het eerste lid komt als volgt te luiden:
    1. De vergunning of ontheffing is persoonlijk, tenzij bij of krachtens deze verordening anders is bepaald.
  • 2.
    Het tweede lid komt als volgt te luiden:
    2. Het eerste lid is niet van toepassing op een omgevingsvergunning.

F

Artikel 1:6 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.
    In artikel 1:6 wordt er voor de ‘De vergunning of ontheffing kan worden ingetrokken of gewijzigd als:’ het nummer ‘1’ toegevoegd.
  • 2.
    Er wordt een tweede lid toegevoegd, luidend:
    2. Het eerste lid is niet van toepassing op een omgevingsvergunning.

G

Artikel 2:10 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.
    Het tweede lid wordt verwijderd.
  • 2.
    Het derde lid wordt vernummerd tot lid 2.
  • 3.
    In het nieuwe tweede lid wordt sub c herbenoemd tot sub d.
  • 4.
    In het nieuwe tweede lid luidt het nieuwe sub c als volgt:
    c. voorwerpen of stoffen waarop gedachten of gevoelens worden geopenbaard.
  • 5.
    Het vierde lid wordt vernummerd tot lid 3.
  • 6.
    In de aanhef van het nieuwe derde lid wordt de tekstpassage ‘Het verbod geldt tevens niet voor de volgende voorwerpen mits wordt voldaan aan het bepaalde in de nadere regels uit hoofde van het vierde lid’ vervangen door ‘Het verbod is voorts niet van toepassing op de volgende voorwerpen, mits wordt voldaan aan de krachtens het vierde lid gestelde nadere regels’.
  • 7.
    Het vijfde lid wordt vernummerd tot lid 4.
  • 8.
    Het nieuwe vierde lid wordt het woord ‘vierde’ aangepast naar ‘derde’.
  • 9.
    Het zesde lid wordt vernummerd tot lid 5.
  • 10.
    In het nieuwe vijfde lid wordt de tekstpassage ‘Het verbod in het eerste lid is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door de Wet beheer rijkswaterstaatwerken, artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994, of de Verordening wegen Noord-Brabant 2010.’ vervangen door ‘Het verbod is voorts niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg of waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, provinciale omgevingsverordening of waterschapsverordening.’.
  • 11
    Het zevende lid wordt vernummerd tot lid 6.
  • 12
    Het achtste lid wordt vernummerd tot lid 7.
  • 13
    In artikel 2:10 komt het zevende lid te luiden:
    7. Op de aanvraag om een vergunning, niet zijnde een omgevingsvergunning, is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) van toepassing.

H

Artikel 2:11 wordt gewijzigd als volgt:

  • 1.
    In het eerste lid worden de woorden ‘bevoegd bestuursorgaan’ vervangen door ‘college’.
  • 2.
    Het tweede lid komt te vervallen
  • 3.
    De leden 3 en 4 worden vernummerd tot 2 en 3.
  • 4.
    In het nieuwe derde lid wordt de tekstpassage ‘Het verbod is voorts niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht, de Wegenwet, de Wet beheer rijkswaterstaatswerken, de Verordening wegen Noord-Brabant 2010, de waterschapskeur, de Telecommunicatiewet of de Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren.’ vervangen door ‘Het verbod is voorts niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg of waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, provinciale omgevingsverordening of waterschapsverordening of op situaties waarin wordt voorzien door artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994, de Wegenwet, het Wetboek van Strafrecht of het bepaalde bij of krachtens de Telecommunicatiewet of de Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren.’

I

In artikel 2:12, derde lid, wordt de zinsnede ‘situaties waarin wordt voorzien door de Wet beheer rijkswaterstaatswerken, de waterschapskeur of de Verordening wegen Noord-Brabant 2010.’ vervangen door ‘beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg of waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, provinciale omgevingsverordening of waterschapsverordening.’

J

In artikel 2:21, tweede lid, wordt de tekst ‘de Waterstaatswet 1900, de Onteigeningswet, of de Belemmeringenwet Privaatrecht.’ vervangen door ‘hoofdstuk 10 van de Omgevingswet.’

K

In artikel 2:28, tweede lid, wordt de ‘Onverminderd het bepaalde in artikel 1:8 weigert de burgemeester de vergunning indien de exploitatie van de openbare inrichting in strijd is met een geldend bestemmingsplan, beheersverordening, exploitatieplan of voorbereidingsbesluit en geen medewerking is of zal worden verleend aan het afwijken middels een omgevingsvergunning. De burgemeester kan de vergunning als bedoeld in het eerste lid eveneens weigeren indien de leidinggevende(n) in enig opzicht van slecht levensgedrag is/zijn’ vervangen door: ‘De burgemeester weigert de vergunning als de exploitatie van de openbare inrichting in strijd is met het omgevingsplan.’

L

In artikel 2:29, vijfde lid, worden de woorden ‘Wet milieubeheer’ vervangen door ‘Omgevingswet’.

M

In artikel 2:39, derde lid, onder b, worden de woorden ‘een geldend bestemmingsplan’ vervangen door ‘het omgevingsplan’.

N

In artikel 2:40e, onder c, worden de woorden ‘bestemmingsplan, stadsvernieuwingsplan of leefmilieuverordening’ vervangen door ‘omgevingsplan’.

O

In artikel 2:40i, vierde lid onder e, worden de woorden ‘bestemmingsplan of een geldende Leefmilieuverordening’ vervangen door ‘omgevingsplan’.

P

In artikel 2:60, eerste lid, wordt tussen de woorden ‘Wet milieubeheer,’ en ‘bij dat aanwijzingsbesluit aangeduide dieren:’ de passage tussengevoegd ‘zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet,’.

Q

In artikel 2:64, vierde lid, worden de woorden ‘situaties waarin wordt voorzien door de verordening Wegen Noord-Brabant 2012’ vervangen door ‘beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, de provinciale omgevingsverordening of de waterschapsverordening’.

R

In artikel 2:71 wordt de tekst ‘hetgeen daaronder wordt verstaan in het Vuurwerkbesluit’ vervangen door ‘vuurwerk van categorie F1, F2 of F3 dat op grond van artikel 2.1.1 van het Vuurwerkbesluit is aangewezen als vuurwerk dat ter beschikking mag worden gesteld voor particulier gebruik’.

S

In artikel 3:7, eerste lid onder j, wordt de tekst ‘een geldend bestemmingsplan, een bestemmingsplan in ontwerp dat ter inzage is gelegd, een beheersverordening’ vervangen door ‘het omgevingsplan of een bekendgemaakte ontwerpwijziging daarvan’.

T

Artikel 3:9, eerste lid onder g, wordt de tekst ‘een geldend bestemmingsplan, een beheersverordening’ vervangen door ‘het omgevingsplan’.

U

Artikel 4:1 komt als volgt te luiden:

In deze afdeling wordt verstaan onder:

  • Activiteitenbesluit milieubeheer: Activiteitenbesluit milieubeheer, zoals dat besluit luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet;
  • collectieve festiviteit: festiviteit die niet specifiek aan één of een klein aantal inrichtingen is verbonden;
  • geluidsgevoelige gebouwen: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1.1. van het Activiteitenbesluit milieubeheer;
  • geluidsgevoelige terreinen: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1.1. van het Activiteitenbesluit milieubeheer;
  • houder van een inrichting: degene die als eigenaar, bedrijfsleider, beheerder of anderszins een inrichting drijft;
  • incidentele festiviteit: festiviteit of activiteit die gebonden is aan één of een klein aantal inrichtingen;
  • inrichting: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1.1 van de Wet milieubeheer, zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet, met dien verstande dat de artikelen 4:2 tot en met 4:5 uitsluitend van toepassing zijn op inrichtingen type A of type B als bedoeld in het Activiteitenbesluit milieubeheer;
  • onversterkte muziek: muziek die niet elektronisch is versterkt.

V

Artikel 4:5 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.
    In het eerste lid onder c wordt na de woorden ‘van het Besluit Geluidhinder’ de passage toegevoegd ‘zoals die wet en dat besluit luidden direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet;’.
  • 2.
    In het vierde lid wordt de passage ‘het Activiteitenbesluit milieubeheer van toepassing.’ vervangen door ‘dit artikel niet van toepassing’.

W

Artikel 4:5b wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.
    In het vijfde lid wordt de tekst ‘door de Wet geluidhinder’ vervangen door ‘bij of krachtens de Omgevingswet’.
  • 2.
    In het vijfde lid wordt daarnaast de tekst ‘het Activiteitenbesluit milieubeheer, het Bouwbesluit 2012 of de Provinciale milieuverordening Noord-Brabant 2010’ vervangen door ‘of de provinciale omgevingsverordening’.

X

Artikel 4:6 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.
    In het derde lid wordt de tekst ‘door de Wet geluidhinder’ vervangen door ‘bij of krachtens de Omgevingswet,’
  • 2.
    In het derde lid wordt daarnaast de ‘het Activiteitenbesluit milieubeheer, het Bouwbesluit 2012 of de Provinciale milieuverordening Noord- Brabant 2010’ vervangen door ‘of de provinciale omgevingsverordening’.

Y

Artikel 4:13 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.
    In het eerste lid wordt tussen de woorden ‘Wet milieubeheer’ en ‘in de openlucht’ tussengevoegd de woorden ‘zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet,’.
  • 2.
    In het derde lid wordt de ‘krachtens de Wet ruimtelijke ordening of door of krachtens de Wegenverordening Noord- Brabant 2010’ vervangen door ‘bij of krachtens de Omgevingswet of de provinciale omgevingsverordening’.

Z

In artikel 4:15, tweede lid wordt de tekst ‘op situaties waarin wordt voorzien door het Activiteitenbesluit milieubeheer’ vervangen door ‘in gevallen waarin een omgevingsvergunning is verleend en het gevaar en de hinder zijn betrokken bij de afweging’.

AA

Artikel 4:17 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.
    In artikel 4:17 wordt de tekst ‘waarvoor geen omgevingsvergunning voor het bouwen in de zin van artikel 2.1, eerste lid onder a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is vereist’ verwijderd.
  • 2.
    In artikel 4:17 wordt tussen de woorden ‘verstaan: een’ en ‘onderkomen’ het woord tussengevoegd ‘niet-grondgebonden’.

AB

Artikel 4:18 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.
    In het eerste lid worden de woorden ‘bestemmingsplan, de beheersverordening, exploitatieplan of een voorbereidingsbesluit’ vervangen door ‘omgevingsplan’.
  • 2.
    In het eerste lid wordt de tekst ‘of buiten een kampeerterrein valt waarvoor de medewerking is of zal worden verleend aan het afwijken middels een omgevingsvergunning’ verwijderd.

AC

In artikel 5:5, tweede lid, worden de woorden ‘de Wet milieubeheer’ vervangen door ‘het Besluit activiteiten leefomgeving’.

AD

In artikel 5:6, derde lid, wordt de tekst ‘situaties waarin wordt voorzien door het Verordening wegen Noord-Brabant 2010’ vervangen door ‘beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de provinciale omgevingsverordening’.

AE

In artikel 5:18, tweede lid, worden de woorden ‘een geldend bestemmingsplan, beheersverordening, exploitatieplan of voorbereidingsbesluit en geen medewerking is of zal worden verleend aan het afwijken middels een omgevingsvergunning’ vervangen door ‘het omgevingsplan’.

AF

In artikel 5:20, eerste lid, wordt de tekst ‘situaties waarin wordt voorzien door de Wet milieubeheer, de Wet beheer rijkswaterstaatswerken of de Verordening wegen Noord-Brabant 2010’ vervangen door ‘beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg of waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet of de provinciale omgevingsverordening’.

AG

In artikel 5:24, vierde lid, wordt de tekst ‘situaties waarin wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht, de Scheepvaartverkeerswet, het Binnenvaartpolitiereglement, de Waterwet, Verordening water Noord- Brabant, de Woonschepenverordening, de Havenverordening, de Telecommunicatiewet of Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren’ vervangen door ‘beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, de provinciale omgevingsverordening of de waterschapsverordening of op situaties waarin wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht, de Scheepvaartverkeerswet, de Woonschepenverordening, de Havenverordening, de Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren, het Binnenvaartpolitiereglement of het bepaalde bij of krachtens de Telecommunicatiewet’.

AH

In artikel 5:25, derde lid, wordt de tekst ‘situaties waarin wordt voorzien door de Woningwet, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de Wet milieubeheer, het Binnenvaartpolitiereglement, de Waterwet, de Verordening water Noord- Brabant’ vervangen door ‘beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, de provinciale omgevingsverordening of de waterschapsverordening of op situaties waarin wordt voorzien door het Besluit bouwwerken leefomgeving of het overige bepaalde bij of krachtens de Omgevingswet, of het Binnenvaartpolitiereglement’.

AI

In artikel 5:28, tweede lid, wordt de tekst ‘de Waterwet of de Verordening water Noord- Brabant’ vervangen door ‘of de provinciale omgevingsverordening’.

AJ

In artikel 5:30, tweede lid, worden de woorden ‘de Waterwet of de Verordening water Noord- Brabant’ vervangen door ‘de provinciale omgevingsverordening of het bepaalde bij of krachtens de Omgevingswet’.

AK

Artikel 5:32, derde lid, worden de woorden ‘Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, het Besluit omgevingsrecht’ vervangen door ‘Omgevingswet, afdeling 3.9 van het Besluit activiteiten leefomgeving’.

AL

In artikel 5:33, vierde lid onder b, worden de woorden ‘Provinciale milieuverordening Noord- Brabant’ vervangen door ‘provinciale omgevingsverordening’.

AM

  • 1.
    Artikel 5:34, eerste lid, komt te luiden:
    1. Het is verboden in de openlucht afvalstoffen te verbranden buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet, of anderszins vuur aan te leggen, te stoken of te hebben.
  • 2.
    In artikel 5:34, vijfde lid, wordt ‘Provinciale milieuverordening Noord-Brabant 2010’ vervangen door ‘provinciale omgevingsverordening’.

AN

De toelichting op de Algemene plaatselijke verordening wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.
    Onder de toelichting op ‘2:22’ wordt het woord ‘bestemmingsplan’ vervangen door ‘omgevingsplan’.
  • 2.
    Onder de toelichting op ‘2:28’ wordt de tekst ‘In lid 2 is toegevoegd ‘onverminderd het bepaalde in artikel 1:8’ om aan te geven dat de weigeringsgronden van artikel 1:8 ook hier van toepassing zijn.’ verwijderd.
  • 3.
    Onder de toelichting op ‘2:28’ worden de woorden ‘het tweede lid’ vervangen door ‘het derde lid’.
  • 4.
    Onder ‘Hoofdstuk 4, 4:2 t/m 4:5’, wordt tussen ‘de Wet Milieubeheer’ en ‘zijn in het landelijke Activiteitenbesluit […]’ de tekstpassage tussengevoegd ‘, zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet,’.

Artikel III

1.

Het besluit genoemd onder II treedt in werking tegelijk met de inwerkingtreding van de Omgevingswet.

2. In afwijking van het eerste lid treden de onderdelen U en V van artikel II in werking op de dag direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet.

R.P. van den Belt, MBA

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 14 december 2023.
Steenbergen, 14 december 2023,
De raad voornoemd,
de griffier, de voorzitter,
R.A.J. Defilet, MA