gemeente Steenbergen | Algemene plaatselijke verordening

Officiele publicatie

Wijzigingsbesluit Algemene plaatselijke Verordening 2024

De raad van de gemeente Steenbergen;

In behandeling genomen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 3 december 2024

Gelet op artikel 149 Gemeentewet

Besluit:

Artikel I

De Algemene Plaatselijke Verordening 2024 wordt als volgt gewijzigd:

A

De naam van de verordening wordt gewijzigd van ‘Algemene Plaatselijke Verordening 2024’ naar ‘Algemene Plaatselijke Verordening’.

B

In artikel 1:1 wordt ‘- gebouw’ en de bijbehorende definitie vervangen door:

- gebouw: hetgeen daaronder wordt verstaan in de bijlage, onder A, bij de Omgevingswet;

C

In artikel 2:10, tweede lid onder b wordt het woord ‘en’ verwijderd en wordt het woord ‘en’ toegevoegd in lid 2 onder c.

D

In artikel 2:11 komt het vijfde lid te vervallen.

E

In artikel 2:24 wordt in het vierde lid onder d de cijfers ‘83’ vervangen door ‘85’.

F

Artikel 2:25 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.
    Er wordt een nieuw lid 2 toegevoegd en deze komt te luiden als volgt: ‘Evenementen vinden in beginsel plaats op maandag tot en met donderdag van 09:00 – 00:00 uur, op vrijdag en zaterdag tussen 09:00 – 02:00 uur en op zondag tussen 13:00 – 00:00 uur. In de evenementenvergunning kan de burgemeester andere tijdstippen bepalen.’
  • 2.
    Het oude tweede lid wordt vernummerd tot lid 3 en de tekst wordt gewijzigd naar: ‘Onverminderd artikel 1:8 tweede lid, kan een vergunning ook worden geweigerd als:
    • a.
      de aanvraag minder dan twaalf weken voor de beoogde activiteit is ingediend en daardoor een behoorlijke behandeling van de aanvraag niet mogelijk is;
    • b.
      door de burgemeester is geconstateerd dat de organisator van het evenement de vergunningvoorschriften van hetzelfde evenement in het jaar voorafgaand heeft overtreden;
    • c.
      als de organisator van een evenement als bedoeld in artikel 2:24 lid 4 sub h en i van in enig opzicht van slecht levensgedrag is.’
  • 3.
    Het oude derde lid wordt verwijderd.
  • 4.
    Er wordt een nieuw vierde lid toegevoegd en deze komt te luiden als volgt:
    • a.
      ‘Een aanvraag voor een evenementenvergunning wordt ingediend via een door de burgemeester vastgesteld formulier. De aanvraag om een evenementenvergunning bevat daarnaast:
      • a.
        een veiligheidsplan, als het een B- of C-evenement betreft;
      • b.
        een verkeersplan, als er sprake is van impact op het verkeer zoals een omleiding of wegafsluiting;
      • c.
        een geluidsplan, als er sprake is van versterkte muziek;
    • b.
      Indien de burgemeester dat voor de beoordeling nodig acht, kan hij verlangen dat er aanvullende gegevens worden overgelegd.’
  • 5.
    Het oude vierde lid wordt vernummerd tot lid 5 en ’10 werkdagen’ wordt aangepast naar ’14 werkdagen’.
  • 6.
    Het oude vijfde lid wordt vernummerd tot lid 6.
  • 7.
    Het zesde lid wordt vernummerd tot lid 7 en de zinsnede ‘in het eerste lid’ wordt toegevoegd.
  • 8.
    Het zevende lid wordt vernummerd tot lid 8 en het woord ‘vierde’ wordt gewijzigd in ‘vijfde’.
  • 9.
    Het achtste lid wordt verwijderd.

G

Artikel 2:25a wordt verwijderd.

H

In artikel 2:26 wordt de nummering ‘1.’ verwijderd.

I

Artikel 2:27 wordt als volgt gewijzigd:

  • Het eerste lid komt als volgt te luiden:

“1. In deze afdeling wordt verstaan onder:

  • a.
    openbare inrichting:
    • i.
      een hotel, restaurant, pension, café, waterpijpcafé, cafetaria, snackbar, lunchroom, discotheek of elke andere voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was logies wordt verstrekt of dranken worden geschonken of rookwaren of spijzen voor directe consumptie ter plaatse worden bereid of verstrekt;
    • ii.
      een afhaal- en/of bezorgzaak, waaronder wordt verstaan de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waar bedrijfsmatig of anders dan om niet uitsluitend voor gebruik elders dan ter plaatse in hoofdzaak ter plekke bereide en voor directe consumptie geschikte eetwaren en/of dranken plegen te worden verstrekt;
    • iii.
      een buurthuis of clubhuis.
  • b.
    terras: een buiten de in het eerste lid bedoelde besloten ruimte liggend deel waar sta- of zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken kunnen worden geschonken of spijzen voor directe consumptie ter plaatse kunnen worden bereid of verstrekt. Een terras maakt deel uit van de openbare inrichting.
  • c.
    leidinggevende:
    • i.
      de natuurlijke persoon of de bestuurders van een rechtspersoon of hun gevolmachtigden, voor wiens rekening en risico de openbare inrichting wordt geëxploiteerd;
    • ii.
      de natuurlijke persoon, die algemene leiding geeft aan een onderneming, waarin de openbare inrichting wordt geëxploiteerd;
    • iii.
      de natuurlijke persoon, die onmiddellijk leiding geeft aan de exploitatie van een openbare inrichting.
  • d.
    bezoeker: een ieder die zich in de inrichting bevindt, met uitzondering van leidinggevenden, personen die dienst doen in de inrichting, en personen wier aanwezigheid in de inrichting wegens dringende redenen noodzakelijk is.”
  • het tweede lid komt te vervallen.

J

Artikel 2:28 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.
    Er wordt een nieuw lid twee toegevoegd met de tekstpassage:
    “2. Een aanvraag voor een exploitatievergunning wordt ingediend via een door de burgemeester vastgesteld formulier. Indien de burgemeester dat voor de beoordeling nodig acht, kan hij verlangen dat er aanvullende gegevens worden overgelegd.”
  • 2.
    Het tweede lid wordt vernummerd tot lid 3.
  • 3.
    Het derde lid wordt vernummerd tot lid 4.
  • 4.
    In het nieuwe vierde lid wordt de tekst ‘In afwijking van’ vervangen door ‘Onverminderd’ en onder b wordt toegevoegd: ‘onder curatele staat of onder de 21 jaar is’.
  • 5.
    Het oude vierde lid wordt vernummerd tot lid 5.
  • 6.
    In het nieuwe lid 5 wordt de tekstpassage ‘Het is verboden een openbare inrichting voor het publiek geopend te houden indien in de inrichting geen leidinggevende aanwezig is die vermeld staat op een vergunning of verleende vrijstelling met betrekking tot die inrichting.’ vervangen door ‘Het is verboden een openbare inrichting voor het publiek geopend te houden indien in de inrichting geen leidinggevende aanwezig is die vermeld staat (op het aanhangsel) bij de vergunning.’
  • 7.
    Het vijfde lid wordt vernummerd tot lid 6.
  • 8.
    In het nieuwe lid 6 wordt de tekstpassage ‘Een vergunninghouder doet een melding aan de burgemeester indien:
    • a.
      een leidinggevende op de vergunning dient te worden bijgeschreven;
    • b.
      een leidinggevende van de vergunning dient te worden verwijderd als deze geen bemoeienis meer heeft met de bedrijfsvoering of de exploitatie van de openbare inrichting.’
      vervangen door
      ‘Een vergunninghouder doet uiterlijk binnen veertien dagen een melding aan de burgemeester indien:
    • c.
      een leidinggevende op de vergunning dient te worden bij- of afgeschreven. De burgemeester verstrekt na de ingediende melding een gewijzigd aanhangsel behorende bij de vergunning, mits de leidinggevende aan de vereisten uit het vierde lid, sub b, voldoet;
    • d.
      de openbare inrichting een zodanige verandering ondergaat dat zij niet langer in overeenstemming is met de in de vergunning gegeven omschrijving. De burgemeester verstrekt na de ingediende melding een gewijzigde vergunning, mits de inrichting aan de vereisten uit het derde en vierde lid voldoet.’
  • 9.
    Het zesde lid wordt vernummerd tot lid 7.
  • 10.
    In het nieuwe zevende lid wordt onder sub c het woord ‘of’ verwijderd en onder e wordt ‘;’ toegevoegd aan het einde.
  • 11.
    Het oude zevende lid wordt verwijderd.
  • 12.
    Het achtste lid wordt verwijderd.
  • 13.
    Het negende lid wordt vernummerd tot lid 8.
  • 14.
    In het nieuwe achtste lid worden de woorden ‘of een vrijstelling’ verwijderd.

K

Artikel 2:28a wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.
    In het eerste lid wordt in de aanhef de tekstpassage ‘Onminderd het bepaalde in artikel 1:6 wordt een exploitatievergunning of verleende vrijstelling ingetrokken indien:’ vervangen door ‘Een exploitatievergunning wordt ingetrokken indien:’
  • 2.
    In het eerste lid wordt onder sub a het woord ‘vrijstelling’ verwijderd.
  • 3.
    In het eerste lid wordt onder sub b de tekstpassage ‘een leidinggevende niet langer voldoet aan de eisen, zoals die zijn vermeld in artikel 2:28 tweede lid;’ vervangen door ‘de exploitant en/of leidinggevende niet langer voldoet aan de eisen, zoals die zijn vermeld in artikel 2:28, vierde lid, sub b;’
  • 4.
    In het eerste lid wordt onder sub d de tekstpassage ‘indien voor de exploitatie van een horeca-inrichting tevens een vergunning op basis van de Alcoholwet is vereist en deze vergunning is ingetrokken.’ vervangen door ‘de vergunninghouder de in artikel 2:28, zesde lid, bedoelde melding niet heeft gedaan.’
  • 5.
    In het tweede lid wordt in de aanhef het woord ‘Een’ verwijderd en de zinsnede ‘Onverminderd het bepaalde in artikel 1:6 kan een’ toegevoegd.
  • 6.
    In het tweede lid worden in de aanhef de woorden ‘of vrijstelling’ verwijderd.
  • 7.
    In het tweede lid worden sub a, c en e verwijderd en sub b en c vernummerd naar sub a en b.
  • 8.
    In het derde lid worden de woorden ‘een aanvraag voor een’ toegevoegd.

L

Artikel 2:28b wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.
    In het eerste lid wordt bij de aanhef de woorden ‘of verleende vrijstelling’ verwijderd.
  • 2.
    In het eerste lid wordt onder sub b de tekstpassage ‘zes maanden zijn verlopen na het onherroepelijk worden van de exploitatievergunning, zonder dat van deze vergunning gebruik is gemaakt;’ vervangen door ‘zes maanden zijn verlopen na het onherroepelijk worden van de exploitatievergunning, zonder dat van deze vergunning feitelijk gebruik is gemaakt, tenzij sprake is van overmacht. Dan geldt een termijn van maximaal één jaar.’
  • 3.
    In het eerste lid wordt sub c verwijderd.

M

Artikel 2:29 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.
    In het eerste lid worden de cijfers ‘6:00’ vervangen door ’06:00’.
  • 2.
    In het tweede lid worden de woorden ‘de verleende’ toegevoegd.
  • 3.
    In het vierde lid wordt het woord ‘zesde’ vervangen door ‘zevende’.

N

In artikel 2:30 wordt een derde lid toegevoegd met de tekst: ‘In het geval van bijzondere omstandigheden zoals bedoeld in het eerste lid, is het voor een openbare inrichting toegestaan om voor maximaal 12 dagen per kalenderjaar buiten de bij exploitatievergunning verleende openingstijden open te zijn, mits het veertien dagen van te voren gemeld is via het vastgestelde meldingsformulier. De sluitingstijden uit artikel 2:29, eerste lid, worden in acht gehouden.’

O

Artikel 2:33a wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.
    In het eerste lid wordt het woord ‘herbruikbaar’ toegevoegd.
  • 2.
    Er wordt een nieuw derde lid toegevoegd en deze komt te luiden: ‘De exploitant is verplicht zodanige maatregelen te nemen dat de bezoekers van de inrichting geen drinkgerei of flessen van glas buiten de inrichting brengen.’

P

In artikel 2:34b wordt de tekstpassage ‘Paracommerciele rechtspersonen verstrekken uitsluitend alcoholhoudende drank gedurende de periode niet eerder beginnende één uur voorafgaande aan de activiteit(en) en eindigende na maximaal twee uren na beëindiging van activiteiten die passen binnen de statutaire doelomschrijving van de desbetreffende paracommerciële rechtspersoon, maar niet later dan 01:30 uur.’

vervangen door

‘1. Paracommerciële rechtspersonen die zich hoofdzakelijk richten op activiteiten van sportieve aard verstrekken uitsluitend zwak-alcoholhoudende dranken ten behoeve van verenigings- of wedstrijdactiviteiten die passen binnen de statutaire doelomschrijving op:

  • a.
    Maandag tot en met donderdag tussen 17:00 uur en 01:00 uur;
  • b.
    vrijdag tussen 15:00 uur en 02:00 uur;
  • c.
    zaterdag en zondag tussen 12:00 uur en 20:00 uur.

2. In afwijking het eerste lid is het voor die paracommerciële rechtspersonen toegestaan om maximaal 16 dagen per kalenderjaar zwak-alcoholhoudende dranken te verstrekken, mits

  • Het niet eerder dan 12:00 uur is;
  • niet later dan 01:00 uur;
  • het een verenigings- of wedstrijdactiviteit betreft die past binnen de statutaire doelomschrijving;
  • er hoofdzakelijk volwassenen van de leeftijd van 18 jaar of ouder deelnemen;
  • en het minimaal 14 dagen van te voren gemeld is via het daarvoor bestemde meldingsformulier;

3. Overige paracommerciële rechtspersonen, zoals gemeenschaps-, buurt- en dorpshuizen, verstrekken uitsluitend alcoholhoudende dranken gedurende de periode van één uur voorafgaande en tot maximaal twee uur na beëindiging van de activiteiten die passen binnen de statutaire doelomschrijving, maar niet later dan 02:00 uur.’

Q

Artikel 2:34c wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.
    In het eerste lid wordt het woord ‘paracommerciele’ vervangen door ‘paracommerciële’.
  • 2.
    Het tweede lid wordt verwijderd.

R

Artikel 2:34d wordt als volgt toegevoegd:

‘1. Slijtersbedrijven zijn vrijgesteld van het in artikel 3, eerste lid, en het in artikel 14, eerste lid, van de Alcoholwet vervatte verbod, ten behoeve van het tegen betaling organiseren van een proeverij in hun slijtlokaliteit.

2. De vrijstelling geldt buiten de dagen en tijden dat de slijtlokaliteit bij of krachtens de Winkeltijdenwet regulier is opengesteld.’

S

De aanduiding ‘Afdeling 7A. Winkelbedrijven’ wordt gewijzigd naar ‘Afdeling 7. Winkelbedrijven’.

T

De aanduiding ‘Afdeling 7B. Toezicht op bedrijfsmatige activiteiten en gebouwen’ wordt verwijderd.

U

Artikel 2:40i wordt gewijzigd naar het nieuwe artikel 2:81en komt als volgt te luiden:

“1. In dit artikel wordt verstaan onder:

  • a.
    bedrijfsmatige activiteit: activiteit in de uitoefening van een beroep of bedrijf, die niet valt onder de vergunningplicht bedoeld in artikel 3 van de Alcoholwet of de artikelen 2:28 of 3:3;
  • b.
    beheerder: natuurlijk persoon die door de exploitant is aangesteld voor de feitelijke leiding over de bedrijfsmatige activiteit;
  • c.
    exploitant: natuurlijk persoon of bestuurder van een rechtspersoon of tot vertegenwoordiging van die rechtspersoon bevoegde natuurlijk persoon, voor wiens rekening en risico de bedrijfsmatige activiteit wordt uitgeoefend.

2. De burgemeester kan in het belang van de leefbaarheid, de openbare orde en veiligheid of ter voorkoming van een nadelige beïnvloeding daarvan bedrijfsmatige activiteiten en gebouwen of bij die gebouwen behorende erven of gebieden aanwijzen waarop het verbod uit het derde lid van toepassing is.

3. Het is verboden om zonder vergunning van de burgemeester een door hem aangewezen bedrijfsmatige activiteit uit te oefenen in een door hem aangewezen gebouw, op een bij dat gebouw behorend erf of in een door hem aangewezen gebied.

4. De exploitant vraagt de vergunning aan door gebruik te maken van een door de burgemeester vastgesteld formulier, waarbij in elk geval de volgende gegevens worden verstrekt:

  • a.
    voor welke bedrijfsmatige activiteit de vergunning wordt gevraagd;
  • b.
    de persoonsgegevens en een geldig identiteitsbewijs van de exploitant en beheerder;
  • c.
    het adres en telefoonnummer van de locatie waar de bedrijfsmatige activiteit wordt uitgeoefend;
  • d.
    het nummer van inschrijving in het Handelsregister;
  • e.
    voor zover van toepassing, de verblijfstitel van de exploitant en beheerder;
  • f.
    voor zover van toepassing, een bewijs waaruit blijkt dat de exploitant en beheerder gerechtigd zijn om in Nederland arbeid te verrichten;
  • g.
    een document waaruit blijkt dat de exploitant gerechtigd is over het gebouw of erf te beschikken waar de bedrijfsmatige activiteit wordt uitgeoefend;
  • h.
    een verklaring omtrent het gedrag van de exploitant en beheerder.

5. Onverminderd het bepaalde in artikel 1:8 kan de burgemeester een vergunning als bedoeld in het derde lid weigeren:

  • a.
    als de leefbaarheid in het gebied door de wijze van exploitatie nadelig wordt beïnvloed of dreigt te worden beïnvloed;
  • b.
    als de exploitant of beheerder in enig opzicht van slecht levensgedrag is;
  • c.
    als redelijkerwijs moet worden aangenomen dat de feitelijke toestand niet met het in de aanvraag vermelde in overeenstemming zal zijn;
  • d.
    als niet voldaan is aan de bij of krachtens het vierde lid gestelde eisen voor de aanvraag;
  • e.
    als er aanwijzingen zijn dat in de uitoefening van de bedrijfsmatige activiteit personen werkzaam zijn of zullen zijn in strijd met het bij of krachtens de Wet arbeid vreemdelingen of Vreemdelingenwet 2000 bepaalde;
  • f.
    als het uitoefenen van de bedrijfsmatige activiteit in strijd is met het omgevingsplan of de Wet milieubeheer.

6. De exploitant is verplicht elke verandering in de uitoefening van zijn bedrijfsmatige activiteit waardoor deze niet langer in overeenstemming is met de in de vergunning opgenomen gegevens zo spoedig mogelijk aan de burgemeester te melden. De burgemeester verleent een gewijzigde vergunning, als de bedrijfsmatige activiteit aan de vereisten voldoet.

7. Het is verboden het gebouw of erf waar de bedrijfsmatige activiteit wordt uitgeoefend voor bezoekers geopend te hebben zonder dat de exploitant of beheerder aanwezig is.

8. De exploitant of de beheerder ziet erop toe dat in of vanuit het gebouw of erf waar de bedrijfsmatige activiteit wordt uitgeoefend geen strafbare feiten plaatsvinden.

9. Onverminderd het bepaalde in artikel 1:6 kan de burgemeester een vergunning intrekken of wijzigen als de omstandigheden sinds de vergunningverlening zijn gewijzigd, doordat:

  • a.
    de exploitant of beheerder in enig opzicht van slecht levensgedrag is;
  • b.
    de exploitant of beheerder betrokken is of ernstige nalatigheid kan worden verweten bij activiteiten of strafbare feiten die verband houden met de bedrijfsmatige activiteit of toestaat of gedoogt dat strafbare feiten of activiteiten worden gepleegd waarmee de openbare orde nadelig wordt beïnvloed;
  • c.
    er in de uitoefening van de bedrijfsmatige activiteit strafbare feiten hebben plaatsgevonden of plaatsvinden;
  • d.
    er aanwijzingen zijn dat in de uitoefening van de bedrijfsmatige activiteit personen werkzaam zijn of zullen zijn in strijd met het bij of krachtens de Wet arbeid vreemdelingen of Vreemdelingenwet 2000 bepaalde;
  • e.
    de exploitant de bedrijfsmatige activiteit heeft beëindigd of gewijzigd; of
  • f.
    redelijkerwijs moet worden aangenomen dat de feitelijke toestand niet met het in de vergunning vermelde in overeenstemming is.

10. Als de bedrijfsmatige activiteit in strijd met de vergunning of het verbod wordt uitgeoefend of als een van de situaties bedoeld in het negende lid van toepassing is, kan de burgemeester, onverminderd het bepaalde in artikel 2:80, een besluit nemen tot sluiting van het gebouw of erf waar de bedrijfsmatige activiteit wordt uitgeoefend.

11. De burgemeester brengt een afschrift van zijn besluit tot sluiting aan op of nabij de toegang van het voor het publiek openstaande gebouw of erf.

12. Eenieder is verplicht toe te laten dat het afschrift wordt aangebracht en aangebracht blijft, zolang de sluiting van kracht is.

13. Het is eenieder verboden een overeenkomstig het tiende lid gesloten gebouw of erf te betreden of daarin te verblijven.

14. De burgemeester kan de sluiting opheffen als later bekend geworden feiten en omstandigheden hiertoe aanleiding geven en voldoende garanties aanwezig zijn dat geen herhaling van de feiten of gedragingen die tot sluiting hebben geleid, zal plaatsvinden.

15. In afwijking van het derde lid geldt het verbod voor de exploitant die op het moment van inwerkingtreding van het aanwijzingsbesluit al een onder het aanwijzingsbesluit vallende bedrijfsmatige activiteit verricht, voor die bestaande activiteit op bestaande locaties eerst drie maanden na inwerkingtreding van het aanwijzingsbesluit of, als dat eerder is, met ingang van inwerkingtreding van het besluit tot weigering van een door hem aangevraagde of intrekking van een aan hem verleende vergunning.

16. Op de aanvraag om een vergunning is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.”

V

In artikel 2:44a wordt het volgende gewijzigd:

  • 1.
    ‘Artikel 2:44A’ wordt gewijzigd naar ‘Artikel 2:44a’.
  • 2.
    In het eerste lid wordt het woord ‘zicch’ gewijzigd naar ‘zich’.

W

Artikel 2:48a komt te vervallen.

X

In artikel 2:60, eerste lid wordt het woord ‘opheffing’ gewijzigd naar ‘beëindiging’.

Y

In artikel 2:71 wordt de zinsnede ‘van categorie F1, F2 of F3’ verwijderd.

Z

Artikel 2:78 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.
    In het eerste lid wordt de zinsnede ‘een bevel geven zich’ vervangen door ‘een tijdelijk verbod opleggen om’.
  • 2.
    In het eerste lid wordt de zinsnede ‘op te houden’ vervangen door ‘aanwezig te zijn’.
  • 3.
    In het tweede lid wordt de zinsnede ‘een bevel als bedoeld in dat lid is gegeven’ vervangen door ‘een tijdelijk verbod is opgelegd’.
  • 4.
    In het tweede lid wordt de zinsnede ‘een bevel geven zich gedurende ten hoogste vier weken niet in een of meer bepaalde delen van de gemeente op een openbare plaats op te houden’ vervangen door ‘een tijdelijk verbod opleggen om gedurende ten hoogste vier weken in een of meer bepaalde delen van de gemeente op een openbare plaats aanwezig te zijn’.
  • 5.
    Het derde lid wordt verwijderd.
  • 6.
    Het vierde lid wordt vernummerd naar lid 3 en wordt als volgt gewijzigd: ‘de burgemeester beperkt het krachtens het eerste of tweede lid opgelegde verbod, als hij dat in verband met de persoonlijke omstandigheden van betrokkene noodzakelijk oordeelt. De burgemeester kan op aanvraag tijdelijk ontheffing verlenen van een tijdelijk verbod.’
  • 7.
    Er wordt een nieuw vierde lid toegevoegd: ‘Het is verboden te handelen in strijd met een krachtens het eerste of tweede lid opgelegd verbod.’
  • 8.
    Er wordt een nieuw vijfde lid toegevoegd: ‘Indien de officier van justitie een persoon een gedragsaanwijzing heeft gegeven als bedoeld in artikel 509hh, tweede lid, onderdeel a, van het Wetboek van Strafvordering, legt de burgemeester aan deze persoon voor hetzelfde gebied niet een tijdelijk verbod op als bedoeld in het eerste of tweede lid.’

AA

Artikel 2:80 wordt als volgt gewijzigd:

- De titel ‘Sluiting voor publiek toegankelijke gebouwen en/of erven’ wordt gewijzigd in ‘Sluiting voor publiek openstaand gebouw en/of bijhorend erf’

De oude tekst komt te vervallen en de nieuwe tekst komt als volgt te luiden:

“1. De burgemeester kan in het belang van de openbare orde of ter voorkoming of beperking van overlast of nadelige beïnvloeding van het woon- of leefklimaat besluiten tot de gehele of gedeeltelijke sluiting van een voor het publiek openstaand gebouw en/of een bij dat gebouw behorend erf.

2. Het eerste lid is niet van toepassing op situaties waarin artikel 2:30, eerste lid, of artikel 13b van de Opiumwet voorziet.

3. De burgemeester brengt een afschrift van zijn besluit aan op of nabij de toegang van het voor het publiek openstaande gebouw en/of het bij dat gebouw behorende erf.

4. Eenieder is verplicht toe te laten dat het afschrift wordt aangebracht en aangebracht blijft, zolang de sluiting van kracht is.

5. Het is verboden een gesloten gebouw en/of erf te bezoeken, als bezoeker daarin of daarop te verblijven of een bezoeker daarin of daarop te laten verblijven zonder toestemming van de burgemeester.

6. De burgemeester kan een sluiting opheffen als later bekend geworden feiten en omstandigheden hiertoe aanleiding geven en voldoende garanties aanwezig zijn dat geen herhaling van de feiten of gedragingen die tot sluiting hebben geleid, zal plaatsvinden.”

AB

De tekst ‘HOOFDSTUK 3. REGULERING PROSTITUTIE, SEKSBRANCHE EN AANVERWANTE ONDERWERPEN’ wordt vervangen door ‘Hoofdstuk 3. Regulering prostitutie, seksbranche en aanverwante onderwerpen’.

AC

Artikel 4:3 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.
    Het zesde lid wordt verwijderd.
  • 2.
    Het zevende lid wordt vernummerd tot lid 6.
  • 3.
    Het achtste lid wordt vernummerd tot lid 7.
  • 4.
    Het negende lid wordt vernummerd tot lid 8.
  • 5.
    In het nieuwe lid 8 wordt het woord ‘horecainrichting’ vervangen door ‘horeca-inrichting’.

AD

In artikel 4:13, eerste lid, wordt het woord ‘opheffing’ vervangen door ‘beëindiging’.

AE

Artikel 5:10 vervalt.

AF

In artikel 5:12 wordt het woord ‘opheffing’ vervangen door ‘beëindiging’.

AG

In artikel 5:24, vierde lid wordt de zinsnede ‘de Woonschepenverordening, de Havenverordening’ verwijderd.

AH

De ‘Toelichting op de Algemene plaatselijke verordening 2016’ komt te vervallen.

Artikel II

Het besluit genoemd onder I treedt in werking de dag na bekendmaking.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 30 januari 2025.
Steenbergen, 30 januari 2025,
De raad voornoemd,
de griffier, de voorzitter,
R.A.J. Defilet, MA R.P. van den Belt, MBA