gemeente Steenbergen | Bekendmaking 1e wijziging van de Beleidsregels re-integratie Participatiewet (gemeente Steenbergen)

Officiele publicatie

Bekendmaking 1e wijziging van de Beleidsregels re-integratie Participatiewet (gemeente Steenbergen)

Burgemeester en wethouders van Steenbergen:

In behandeling genomen Besluit tot 1e wijziging van de Beleidsregels re-integratie Participatiewet d.d. 27 juni 2016

Overwegende dat het wenselijk is de regels ter uitvoering van de Re-integratieverordening Participatiewet aan te passen;

Gelet op het bepaalde in de Re-integratieverordening Participatiewet;

Besluiten:

het Besluit tot 1e wijziging van de Beleidsregels re-integratie Participatiewet vast te stellen.

Artikel I

De Beleidsregels re-integratie Participatiewet worden als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 2.1 wordt na het zesde lid een nieuw lid toegevoegd, luidende:

7.Bij het aangaan van een arbeidsovereenkomst in aansluiting op de proefplaatsing is het de werkgever niet toegestaan hierbij nog een proeftijd te bedingen.

B

Aan artikel 5.1 wordt na het zesde lid een nieuw lid toegevoegd, luidende:

7.Indien het voor de kansen op werkaanvaarding noodzakelijk wordt geacht, kan in bijzondere individuele omstandigheden worden afgeweken van het bepaalde in het vierde en vijfde lid.

C

In artikel 7.3, derde lid, vervalt ”inclusief pensioenopbouw”.

D

Artikel 9.1 vervalt.

Artikel II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na die van bekendmaking en heeft terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2016.

Steenbergen,

Hoogachtend,

burgemeester en wethouders van Steenbergen,

de locosecretaris,

de burgemeester,

R.A.J.M. Bogers

R.P. van den Belt, MBA

Algemene toelichting

In het kader van de Participatiewet heeft de gemeenteraad de Re-integratieverordening Participatiewet vastgesteld. Onderdelen van deze verordening zijn uitgewerkt in de Beleidsregels re-integratie Participatiewet, die door het college zijn vastgesteld. Met ingang van 1 januari 2016 is een landelijke no-riskpolis ingevoerd voor personen die tot de doelgroep van de banenafspraak behoren. Voorts is in de praktijk gebleken, dat de beleidsregels op enkele onderdelen verduidelijking behoeven. Als gevolg hiervan is aanpassing van de Beleidsregels re-integratie Participatiewet noodzakelijk. Met dit besluit wordt hierin voorzien.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel I

A

In de toelichting op de beleidsregels is aangegeven, dat het in de rede ligt dat door de werkgever geen proeftijd meer wordt bedongen bij het aangaan van een arbeidsoverkomst na een proefplaatsing. In de beleidsregels zelf is echter niet expliciet opgenomen, dat dit niet is toegestaan. Het is bovendien zeer de vraag of het arbeidsrechtelijk wel is toegestaan om na een proefplaatsing alsnog een proeftijd toe te passen. De werkgever heeft immers tijdens de proefplaatsing al voldoende kunnen beoordelen of de werknemer geschikt is voor de uit te voeren werkzaamheden. Vanwege dit aspect wordt een nieuw zevende lid aan artikel 2.1 toegevoegd waarin expliciet is opgenomen, dat een proeftijd niet mag worden toepast bij een arbeidsovereenkomst na een proefplaatsing.

B

In artikel 5.1, lid 4, van de beleidsregels is bepaald, dat de duur van een scholingstraject maximaal 12 maanden bedraagt. In lid 5 is verder bepaald, dat de kosten van scholing of opleiding maximaal € 2.500 mogen bedragen. De praktijk laat echter zien, dat deze beperkingen in sommige gevallen belemmerend werken voor de kansen op de arbeidsmarkt van de belanghebbenden. Om deze reden wordt een nieuw zevende lid aan het artikel toegevoegd. Hierin is expliciet opgenomen, dat in individuele gevallen kan worden afgeweken van de bepalingen in het vierde en vijfde lid. Voor wat betreft de maximale duur van een scholingstraject speelt de invoering van de Wet taaleis Participatiewet hierbij een rol. Voor sommige personen is een periode van 12 maanden onvoldoende om het vereiste taalniveau te behalen. Ten aanzien van een afwijking van de maximale kosten van scholing of opleiding zal wel op voorhand voldoende aannemelijk moeten zijn, dat dit de kansen op werkaanvaarding daadwerkelijk vergroot. Hierbij kan het bijvoorbeeld gaan om een situatie, waarbij daadwerkelijk een baan in het vooruitzicht is gesteld na afronding van de opleiding.

C

Ten aanzien van plaatsingen in het kader van de banenafspraak en de plaatsing op een participatievoorziening beschut werk gelden de arbeidsvoorwaarden (zoals CAO-bepalingen) van de werkgever bij wie betrokkene in dienst komt. Niet in alle gevallen maakt een pensioenvoorziening onderdeel uit van deze arbeidsvoorwaarden. Om onduidelijkheid hierover te voorkomen wordt de bepaling die hierover in de beleidsregels is opgenomen, geschrapt. Het schrappen van deze bepaling betekent echter niet, dat de werkgever altijd mag afzien van een pensioenvoorziening. Zoals hiervoor al is aangegeven zijn de reguliere arbeidsvoorwaarden die bij de werkgever gelden van toepassing en dus ook ten aanzien van een pensioenvoorziening.

D

In artikel 9.1 zijn bepalingen opgenomen over de no-riskpolis. Met de invoering van de Wet harmonisatie van instrumenten ter bevordering van arbeidsdeelname van arbeidsbeperkten per 1 januari 2016 is er een landelijke no-riskpolis gericht op de doelgroep van de banenafspraak. Deze landelijke no-riskpolis wordt uitgevoerd door het UWV. Om deze reden vervallen gemeentelijke bepalingen over de no-riskpolis.

Artikel II

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.