Officiele publicatie
Bekendmaking Algemene verordening ondergrondse infrastructuren(AVOI) 2018
DE RAAD VAN DE GEMEENTE STEENBERGEN;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 november 2017;
overwegende dat het wenselijk is om een verordening vast te stellen met het oog op minimalisatie van overlast en maatschappelijke kosten, alsmede een efficiënt gebruik van de openbare ruimte met betrekking tot werkzaamheden aan kabels en/of leidingen;
gelet op artikel 1 van de Belemmeringenwet privaatrecht, artikelen 5.2 en 5.4, vierde lid, van de Telecommunicatiewet en artikelen 149 en 229 van de Gemeentewet;
Besluit:
-
1.
De Algemene verordening ondergrondse infrastructuren(AVOI) 2018 vast te te stellen en deze per 01-01-2018 in werking te laten treden;
-
2.
De huidige Algemene verordening ondergrondse infrastructuren vastgesteld op 30 september 2010, in te trekken.
HOOFDSTUK
1:
INLEIDENDE BEPALINGEN
ARTIKEL
1
BEGRIPSBEPALINGEN
In deze verordening wordt verstaan onder:
a.
|
belanghebbenden
|
de omwonenden en bedrijfsmatige gebruikers van alle percelen, grenzend aan het tracé van kabels en/of leidingen;
|
b.
|
breekverbod
|
verbod voor het uitvoeren van werkzaamheden, zoals genoemd in onderdeel l. van dit artikel;
|
c.
|
gedoogplichtige
|
degene op wie een gedoogplicht rust als bedoeld in artikel 1 van de Belemmeringenwet privaatrecht, artikel 5.2, eerste lid, van de Telecommunicatiewet, een publiekrechtelijke vergunning of een privaatrechtelijke overeenkomst;
|
d.
|
instemmingsbesluit
|
besluit van burgemeester en wethouders op een aanvraag tot instemming van de voorgenomen werkzaamheden, zoals genoemd in onderdeel l. van dit artikel;
|
e.
|
kabels en/of leidingen
|
een of meer kabels en/of leidingen die onderdeel zijn van een openbaar (elektronisch communicatie)netwerk, daaronder mede begrepen de daarmee verbonden transformator-, schakel-, verdeel- en onderstations, distributie- en/of mutatiepunten, en tevens omvattende lege buizen, ondergrondse ondersteuningswerken en beschermingswerken, bestemd voor het transport van vaste, vloeibare of gasvormige stoffen, van energie of van informatie;
|
f.
|
marktconforme kosten
|
kosten zoals deze onder normale omstandigheden in een markteconomie op de desbetreffende markt worden gemaakt;
|
g.
|
netbeheerder
|
degene die als natuurlijk persoon handelend in de uitoefening van een beroep of bedrijf dan wel als rechtspersoon acteert als beheerder van een al dan niet openbaar netwerk;
|
h.
|
netwerk
|
samenstel van kabels of leidingen;
|
i.
|
openbare gronden
|
openbare gronden, als genoemd in artikel 1.1, onderdeel aa, van de Telecommunicatiewet;
|
j.
|
registratiesysteem
|
digitaal systeem dat de gemeente gebruikt om meldingen en instemmingen van werkzaamheden, zoals genoemd in onderdeel l. van dit artikel, en alles wat daarmee samenhangt te verwerken;
|
k.
|
spoedeisende werkzaamheden
|
werkzaamheden, zoals genoemd in onderdeel l. van dit artikel, voor reparatie of onderhoud waarvan uitstel niet mogelijk is als een ernstige belemmering of storing van de dienstverlening in het betreffende netwerk is opgetreden;
|
l.
|
werkzaamheden
|
handmatige en/of mechanische (graaf)werkzaamheden, waaronder ook begrepen het opbreken en herstellen van de sleufbedekking en sleufloze technieken, in of op openbare grond in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels en/of leidingen;
|
m.
|
werkzaamheden van niet ingrijpende aard
|
werkzaamheden, zoals genoemd in onderdeel l. van dit artikel, met een gezamenlijke tracélengte tot 25 meter en waarbij geen wegen, watergangen of groenvoorzieningen volledig worden gekruist en/of bovengrondse voorzieningen worden geplaatst;
het aanbrengen of verwijderen van kabels en/of leidingen in reeds aangebrachte voorzieningen; het maken van maximaal twee opbrekingen met elk een afmeting van maximaal 2 m².
|
ARTIKEL
2
TOEPASSELIJKHEID
-
1.
Deze verordening is van toepassing op werkzaamheden door of namens een netbeheerder in of op openbare gronden binnen de gemeente Steenbergen.
-
2.
Het bepaalde in deze verordening geldt niet voor zover hierin reeds is voorzien in de Telecommunicatiewet.
ARTIKEL
3
NADERE REGELS
HOOFDSTUK
2:
AANVRAGEN EN MELDEN VAN WERKZAAMHEDEN
ARTIKEL
4
INSTEMMINGSVEREISTE
-
1.
Het is verboden werkzaamheden te verrichten zonder of in afwijking van een door burgemeester en wethouders genomen instemmingsbesluit.
-
2.
Voor het verrichten van spoedeisende werkzaamheden of werkzaamheden van niet ingrijpende aard is geen instemmingsbesluit, als bedoeld in het eerste lid, noodzakelijk, maar kan worden volstaan met een melding vooraf aan burgemeester en wethouders. De raad is bevoegd om redenen van veiligheid delen van het grondgebied aan te wijzen waarvoor het voorgaande niet van toepassing is.
-
3.
De werkzaamheden dienen binnen een jaar na de datum waarop het instemmingsbesluit onherroepelijk is geworden te zijn voltooid.
-
4.
Het in het eerste lid opgenomen verbod is niet van toepassing op werkzaamheden van de gemeente.
-
5.
Behoudens in geval van spoedeisende werkzaamheden zijn bij extreme weersomstandigheden en/of evenementen burgemeester en wethouders bevoegd een breekverbod in te stellen. De vaststelling dat er sprake is van extreme weersomstandigheden is een bevoegdheid van burgemeester en wethouders. De termijn zoals bedoeld in het derde lid wordt automatisch verlengd met de periode van het breekverbod. Uiterlijk een dag voor beëindiging van het breekverbod, zullen burgemeester en wethouders de betrokken uitvoerende partij(en) hierover informeren.
ARTIKEL
5
AANVRAGEN EN MELDEN
-
1.
1. Voor het uitvoeren van de werkzaamheden dient een instemmingsbesluit, als bedoeld in artikel 4, bij burgemeester en wethouders te worden aangevraagd. De aanvraag tot instemming van voorgenomen werkzaamheden ten behoeve van een openbaar elektronisch communicatienetwerk geldt als melding als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, onderdeel a van de Telecommunicatiewet.
-
2.
In verband met de voorgenomen werkzaamheden kan vooroverleg plaatsvinden met burgemeester en wethouders teneinde de aanvraag, als bedoeld in het eerste lid, voor te bereiden.
-
3.
Als de werkzaamheden ook betrekking hebben op openbare gronden van een andere gedoogplichtige dan de gemeente en/of als er tevens een aanvraag voor een vergunning al dan niet bij een ander bestuursorgaan op grond van een andere wet is ingediend, dan stelt de aanvrager burgemeester en wethouders hiervan op de hoogte.
-
4.
Werkzaamheden van niet ingrijpende aard dienen twee werkdagen voorafgaand aan de start van de werkzaamheden gemeld te worden bij burgemeester en wethouders.
-
5.
Spoedeisende werkzaamheden dienen voorafgaand aan de start van de werkzaamheden gemeld te worden bij de burgemeester van de gemeente Steenbergen of bij een daartoe door hem gemachtigd ambtenaar. Als een melding vooraf niet mogelijk is, moet de melding uiterlijk binnen een werkdag na de start van de uitvoering gemotiveerd worden gedaan.
ARTIKEL
6
GEGEVENSVERSTREKKING
-
1.
Voor het aanvragen van een instemmingsbesluit, als bedoeld in artikel 5, eerste lid, dient gebruik te worden gemaakt van de daartoe door burgemeester en wethouders vastgestelde (digitale) formulieren of registratiesysteem.
-
2.
Bij een aanvraag voor een instemmingsbesluit, als bedoeld in artikel 5, eerste lid, dienen in ieder geval de volgende gegevens te worden verstrekt:
-
a.
naam-, adres- en woonplaatsgegevens van de netbeheerder;
-
b.
als het een aanvraag betreft voor het verrichten van werkzaamheden voor of namens een netbeheerder de naam-, adres- en woonplaatsgegeven van de gemachtigde en een schriftelijke machtiging bij de eerste aanvraag van enig kalenderjaar;
-
c.
een opgave van het aantal, de soort, de aard en het beoogde gebruik van de kabels en/of leidingen;
-
d.
vereiste vergunning(en), ontheffing(en) of toestemming(en) op grond van overige wetgeving, alsmede informatie over de afstemming met andere gedoogplichtigen;
-
e.
een digitale GBKN/BGT tekening (PDF- en/of DWG-formaat) met legenda en eenduidige en volledige maatvoering (RD-coördinaten) met daarop aangegeven:
1°. een opgave van het gewenste tracé;
2°. een opgave van de tijdelijke en permanente voorzieningen.
-
f.
overtuigende gegevens en inzicht omtrent de uitvoerbaarheid van de voorgenomen werkzaamheden binnen de beschikbare ruimte, waaruit ook blijkt dat de bereikbaarheid van de overige kabels en/of leidingen blijft gewaarborgd;
-
g.
de tracélengte en de lengte en breedte van de te graven sleuf, alsmede de aard van de sleufbedekking;
-
h.
de voorgenomen datum van aanvang en beëindiging van de werkzaamheden;
-
i.
een opgave van het aantal kabels en/of leidingen dat direct in gebruik wordt genomen en het aantal kabels en/of leidingen dat niet direct in gebruik wordt genomen.
-
3.
Voor een melding, als bedoeld in artikel 4, tweede lid, dient gebruik te worden gemaakt van de daartoe door burgemeester en wethouders vastgestelde (digitale) formulieren of registratiesysteem. De volgende gegevens dienen daarbij in ieder geval te worden verstrekt:
-
a.
naam-, adres- en woonplaatsgegevens van de netbeheerder;
-
b.
als het een aanvraag betreft voor het verrichten van werkzaamheden voor of namens een netbeheerder de naam-, adres- en woonplaatsgegeven van de gemachtigde en een schriftelijke machtiging bij de eerste aanvraag van enig kalenderjaar;
-
c.
de uitvoerende partij, het adres van de graaflocatie(s), inclusief een situatieschets;
-
d.
de lengte en breedte van de sleuf of montagegat(en), alsmede de aard van de sleufbedekking die wordt opengebroken;
-
e.
de daadwerkelijke startdatum van de werkzaamheden.
ARTIKEL
7
VOORSCHRIFTEN BIJ INSTEMMINGSBESLUIT
-
1.
Burgemeester en wethouders kunnen in het instemmingsbesluit voorschriften opnemen in het belang van:
-
a.
de openbare orde;
-
b.
veiligheid, waaronder mede verstaan wordt de verkeersveiligheid;
-
c.
het voorkomen of beperken van overlast, waaronder mede verstaan wordt het afstemmen met andere werkzaamheden, een goede doorstroming van het verkeer en de bescherming van groenvoorzieningen, bomen en beplantingen en van het uiterlijke aanzien van de omgeving;
-
d.
de bereikbaarheid van gronden of gebouwen, waaronder mede verstaan wordt het veilig en doelmatig gebruik, beheer, en onderhoud van openbare gronden en gebouwen en het belang van evenementen;
-
e.
de ondergrondse ordening, waaronder mede verstaan wordt het beschermen van reeds in de grond aanwezige werken en eventuele in de grond aanwezige objecten zoals archeologische vondsten.
-
2.
De voorschriften, zoals genoemd in het eerste lid, kunnen slechts betrekking hebben op:
-
a.
het tijdstip, de plaats en wijze van uitvoering van werkzaamheden;
-
b.
het bevorderen van medegebruik van voorzieningen die door derden of de gemeente Steenbergen tegen marktconforme kosten ter beschikking worden gesteld;
-
c.
afstemming met betrekking tot overige in de grond aanwezige werken.
-
3.
De belanghebbenden ter plaatse van de uit te voeren werkzaamheden dienen schriftelijk te worden geïnformeerd over aanvang, duur, aard en plaats van de werkzaamheden.
-
4.
Het is verplicht na het einde van de werkzaamheden de grond, eventuele verhardingen en beplanting terug te brengen in de oude staat, tenzij burgemeester en wethouders vooraf hebben aangegeven hier (gedeeltelijk) zelf zorg voor te willen dragen.
ARTIKEL
8
(MEDE)GEBRUIK VAN VOORZIENINGEN
-
1.
Op verzoek van burgemeester en wethouders wordt bij de werkzaamheden zoveel mogelijk (mede)gebruik gemaakt van bestaande, hetzij door overige netbeheerders dan wel door of in opdracht van burgemeester en wethouders aangelegde, voorzieningen indien dit technisch en economisch haalbaar is en medegebruik geen belemmering vormt voor de veiligheid, toegankelijkheid en leveringszekerheid.
-
2.
In het vooroverleg als bedoeld in artikel 5, tweede lid, wordt mede bepaald of en, zo ja, langs welke delen van het tracé gebruik kan worden gemaakt van bestaande voorzieningen als bedoeld in het eerste lid.
ARTIKEL
9
TERMIJNEN
-
1.
Een beslissing op een aanvraag voor een instemmingsbesluit wordt genomen uiterlijk acht weken na de dag van ontvangst van de aanvraag.
-
2.
Indien een beschikking niet binnen de bij wettelijk voorschrift bepaalde termijn kan worden gegeven, delen burgemeester en wethouders dit aan de aanvrager mede en noemen daarbij een zo kort mogelijke termijn waarbinnen de beschikking wel tegemoet kan worden gezien.
-
3.
Paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet van toepassing.
HOOFDSTUK
3:
OVERIGE BEPALINGEN
ARTIKEL
10
HET NEMEN VAN MAATREGELEN EN NADEELCOMPENSATIE
-
1.
Het bepaalde in dit artikel geldt niet voor zover hierin reeds is voorzien in (privaatrechtelijke) schriftelijke afspraken tussen partijen.
-
2.
De netbeheerder is verplicht op aanwijzing van burgemeester en wethouders over te gaan tot het nemen van maatregelen, waaronder het verplaatsen, ten aanzien van kabels en/of leidingen ten dienste van zijn netwerk.
-
3.
Eventuele nadeelcompensatie in verband met het bepaalde in het tweede lid wordt verleend op basis van een publiekrechtelijke regeling.
-
4.
Burgemeester en wethouders en de netbeheerder zullen bij het nemen van maatregelen, waaronder het verplaatsen, ten aanzien van kabels en/of leidingen elkaars schade zo veel mogelijk beperken.
ARTIKEL
11
OVERLEG
-
1.
Burgemeester en wethouders organiseren periodiek een overleg, waarvoor in elk geval de bij de gemeente Steenbergen bekende netbeheerders en andere betrokken partijen of belanghebbenden worden uitgenodigd.
-
2.
In dit overleg worden de plannen van de gemeente Steenbergen en van de diverse netbeheerders en andere betrokken partijen of belanghebbenden besproken en eventueel afgestemd in het kader van de bepalingen van deze verordening.
ARTIKEL
12
NIET-OPENBARE KABELS EN/OF LEIDINGEN
-
1.
Bij werkzaamheden aan niet-openbare kabels en/of leidingen is het bepaalde in deze verordening van overeenkomstige toepassing. Het betreft kabels en/of leidingen, dan wel het netwerk waartoe deze behoren, die niet gebruikt worden om openbare, zijnde voor het publiek beschikbare, diensten aan te bieden.
-
2.
Het eerste lid van dit artikel in deze verordening houdt geen gedoogplicht in voor de gemeente Steenbergen met betrekking tot niet-openbare kabels en/of leidingen.
ARTIKEL
13
INFORMATIEPLICHT
-
1.
De netbeheerder stelt burgemeester en wethouders onverwijld en schriftelijk in kennis van het in of uit gebruik nemen van een kabel en/of leiding dan wel dat een kabel en/of leiding niet langer ten dienste staat van een netwerk in of op openbare gronden. Burgemeester en wethouders kunnen hiervoor een overzicht van alle (niet) in gebruik zijnde kabels en/of leidingen verlangen.
-
2.
De netbeheerder stelt burgemeester en wethouders in kennis van het feit dat het eigendom, de exploitatie of het beheer van de kabel of leiding verandert.
HOOFDSTUK
4:
HANDHAVINGS- EN TOEZICHTBEPALINGEN
ARTIKEL
14
TOEZICHT EN HANDHAVING
-
1.
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij besluit van burgemeester en wethouders aangewezen personen.
-
2.
Indien burgemeester en wethouders vaststellen dat de verplichtingen van deze verordening niet zijn nagekomen, kunnen burgemeester en wethouders besluiten handhavend op te treden dan wel legalisatie achteraf van de ontstane situatie verlangen met inachtneming van de bepalingen zoals vastgelegd in de Algemene wet bestuursrecht. Indien blijkt dat de uitgevoerde werkzaamheden zijn gemeld maar dat hiervoor een instemmingsbesluit is vereist, is dit artikel van overeenkomstige toepassing.
-
3.
Onverminderd het bepaalde in het tweede lid en hun overige wettelijke bevoegdheden zijn burgemeester en wethouders bevoegd het instemmingsbesluit in te trekken, dan wel de werkzaamheden stil te leggen indien:
-
a.
er wordt gewerkt zonder instemmingsbesluit of zonder melding;
-
b.
het instemmingsbesluit is verleend ten gevolge van onjuiste of onvolledige gegevens;
-
c.
het instemmingsbesluit in strijd met enig wettelijk voorschrift is verleend;
-
d.
er wordt gewerkt in afwijking van de voorschriften van het instemmingsbesluit;
-
e.
er wordt gewerkt in afwijking van de beleidsregels;
-
f.
er wordt gewerkt in strijd met het geldende breekverbod.
HOOFDSTUK
5:
OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN
ARTIKEL
15
INTREKKING OUDE VERORDENING
De AVOI zoals vastgesteld in de raadsvergadering van 30 september 2010 gemeente Steenbergen wordt, gelijktijdig met de inwerkintreding van deze verordening, ingetrokken.
ARTIKEL
16
OVERGANGSBEPALINGEN
-
1.
De verordening, zoals genoemd onder artikel 15, blijft van kracht op instemmingsverzoeken en meldingen waarop reeds krachtens diezelfde verordening is beslist, maar waarvan de uitvoering op het moment van inwerkingtreding van deze verordening nog niet is gerealiseerd.
-
2.
Deze verordening is van toepassing op alle kabels en leidingen, ongeacht op welke grondslag deze zijn aangelegd.
-
3.
Op aanvragen en meldingen waarop bij de inwerkingtreding van deze verordening nog niet is beslist, wordt met toepassing van deze verordening een beslissing genomen.
ARTIKEL
17
INWERKINGTREDING
Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking.
ARTIKEL
18
HARDHEIDSCLAUSULE
Burgemeester en wethouders hebben de bevoegdheid op grond van afweging van de te behartigen belangen en met in acht name van de redelijkheid en billijkheid in incidentele en te motiveren gevallen af te wijken van de bepalingen van deze verordening.
ARTIKEL
19
CITEERTITEL
Deze verordening wordt aangehaald als:
Algemene verordening ondergrondse infrastructuren Steenbergen.
Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Steenbergen
in zijn openbare vergadering van 21 december 2017.
De raad voornoemd,
de griffier, de voorzitter,
drs. E P.M. van der Meer R.P. van den Belt MBA
Toelichting Algemene verordening ondergrondse infrastructuren
Niet alle (sub)artikelen worden automatisch van een toelichting voorzien. Er wordt slechts een toelichting gegeven indien een nadere uitleg noodzakelijk wordt geacht.
Algemeen
Het doel van deze toelichting is om informatie, aanvulling en nadere uitleg te verstrekken met betrekking tot de Algemene verordening ondergrondse infrastructuren (AVOI), zowel voor gebruik binnen de gemeente als voor de netbeheerders. De actuele versie van de toelichting is steeds bepalend.
De AVOI heeft als doel de regie en coördinatie uniform te regelen met betrekking tot werkzaamheden die nodig zijn voor de aanleg, instandhouding en opruiming van alle kabels en/of leidingen in openbare gronden binnen de gemeentegrenzen. De AVOI reguleert de werkzaamheden in de openbare ruimte, waarbij onder andere de (weg)verharding, maar ook bermen en andere groenvoorzieningen worden opgebroken. De AVOI is ook gericht op minimalisatie van overlast en maatschappelijke kosten ten gevolge van werkzaamheden in de openbare ruimte: proactieve regie[1], meer grip en sturing op werkzaamheden, het waarborgen van bereikbaarheid, leefbaarheid, veiligheid en communicatie tijdens werkzaamheden; uniforme regels en sanctiemogelijkheden en een efficiënt gebruik van de openbare ruimte.
Volgens de AVOI wordt iedere aanvraag van elke netbeheerder eenduidig behandeld. Het verschil in wettelijke grondslag voor de diverse kabel- en leidingeigenaren (Telecommunicatiewet e.a.) is geen reden om de aanvragen verschillend te behandelen. Immers, in de praktijk gaat het om dezelfde werkzaamheden. Belangrijk uitgangspunt is dat werkzaamheden alleen in en op de openbare ondergrond mogen worden uitgevoerd na voorafgaande instemming van de gemeente. Voor de aanvraag van een instemmingsbesluit zijn aan de gemeente leges verschuldigd, aangezien de instemming als een dienst van de gemeente aan de netbeheerder is te beschouwen. Leges kunnen ook worden geheven voor de melding van werkzaamheden. Denk bijvoorbeeld aan meldingen in het kader van in en uit gebruik nemen van kabels en niet ingrijpende werkzaamheden. Aangezien in bedoelde gevallen in de praktijk ook een dienst door de gemeente wordt geleverd, maar een lichtere procedure geldt, zal dit invloed hebben op de hoogte van de legestarieven. Dit leidt op dit punt tot minder leges voor de netbeheerder.
Via naderer egels (bijvoorbeeld een Handboek kabels en leidingen, regeling voor de te hanteren tarieven voor onder andere herstel-, beheer- en degeneratiekosten en een Nadeelcompensatieregeling) kunnen aanvullende voorwaarden, eisen en regels voor de werkzaamheden van de netbeheerder door burgemeester en wethouders worden vastgesteld.
[voetnoot 1]Op initiatief van de gemeente wordt proactieve regie gevoerd. Dit heeft als doel om de overlast en maatschappelijke kosten ten gevolge van werkzaamheden in de openbare ruimte te minimaliseren. Het voeren van proactieve regie in de ondergrond door de gemeente bevordert de graafrust en bespaart kosten, een win-win situatie.
Rode draad van proactieve regie is informatie-uitwisseling tussen alle belanghebbenden. Partijen (gemeenten, netbeheerders en uitvoerende partijen) betrekken elkaar vroegtijdig en in de juiste fase bij projecten. De plannen van de gemeente én van de netbeheerders worden vanuit een lange termijn planning (tot vijf jaar vooruit) zoveel als mogelijk inzichtelijk gemaakt en gemonitord teneinde werkzaamheden zoveel als mogelijk op elkaar af te stemmen en/of te combineren.
Kaders voor de gemeentelijke bevoegdheden en rollen
De gemeentelijke bevoegdheden vloeien voort uit de Gemeentewet, de Belemmeringenwet privaatrecht, de Algemene wet bestuursrecht, de Algemene plaatselijke verordening, de WION, de Telecommunicatiewet en uit contractuele afspraken met netbeheerders. De gemeente is in vele rollen betrokken bij werkzaamheden in de openbare ruimte, onder andere als grondeigenaar, ruimtelijk planner, aanlegger van infrastructuur, verkeersregelaar, bodembeschermer, enzovoorts.
In het belang van de gemeente, burgers, bedrijven en netbeheerders moet een zorgvuldig, uniform en integraal beleid gevoerd worden bij voorbereiding, uitvoering en nazorg van werkzaamheden in openbare gronden. De gemeente heeft hierin een coördinerende rol voor een goed verloop van het integrale proces met betrekking tot de werkzaamheden van alle netbeheerders. Mede doordat de fysieke ondergrond vol raakt met een groot aantal kabels en leidingen, is goede afstemming van werkzaamheden en belangen noodzakelijk. De coördinerende rol van de gemeente is bijvoorbeeld terug te vinden in de artikelen 4, 5 en 6 van de AVOI.
Ondanks de verschillende uitgangsposities van partijen wordt door de gemeente efficiëntie, harmonisering en uniformering van de uitvoering van werkzaamheden nagestreefd. Het opbreken van de openbare ruimte dient tot zo min mogelijk overlast te leiden, met waarborging van veiligheid en bereikbaarheid en voorkoming van verstoring van openbare orde en ondergrondse ordening. Ten aanzien van het ontwerp, voorbereiding, uitvoering en beheer van de werkzaamheden dient voldaan te worden aan de uniforme (uitvoerings-)eisen die door de gemeente zijn vastgelegd in het Handboek kabels en leidingen. Voor de te hanteren tarieven voor onder andere herstel-, beheer- en degeneratiekosten kunnen burgemeester en wethouders tevens nadere regels vaststellen.
Hoofdstuk 1: Inleidende bepalingen
Artikel 1 Begripsbepalingen
Breekverbod
In de verordening zijn bepalingen over het breekverbod opgenomen die burgemeester en wethouders de bevoegdheid geven een verbod op te leggen tot uitvoering van werkzaamheden bij extreme weersomstandigheden (bijvoorbeeld wateroverlast, zware sneeuwval of ijzel, strenge vorst) of tijdens evenementen. Dat wil zeggen dat er niet in de grond gegraven mag worden zolang het breekverbod geldt. Een nadere omschrijving van het breekverbod is opgenomen in het Handboek kabels en leidingen.
Gedoogplichtige
De gemeentelijke betrokkenheid is vooral gericht op haar rol als beheerder van de openbare gronden. In deze hoedanigheid is de gemeente in het kader van de Telecommunicatiewet gedoogplichtige als het gaat om openbare elektronische communicatienetwerken. Het begrip gedoogplichtige ziet in deze verordening ook op de gemeente indien zij gedoogplichtig is krachtens de Belemmeringenwet privaatrecht dan wel anderszins leidingen (impliciet) moet gedogen. Te denken valt aan privaatrechtelijk afspraken tussen gemeente en een kabel- en/of leidingeigenaar of indien voor deze een aansluitplicht geldt. Gedoogplichtigen moeten de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels en/of leidingen toestaan in en op hun gronden. Onder instandhouding van de
kabels en/of leidingen wordt verstaan het hebben, houden en onderhouden van de kabels en/of leidingen. Het gaat daarbij dus niet alleen om het verrichten van onderhouds- en exploitatiewerkzaamheden. Ook het enkel hebben en houden van de kabels en/of leidingen, zonder dat daaraan werkzaamheden worden verricht, geldt als instandhouding
Instemmingsbesluit
Werkzaamheden als bedoeld in deze verordening moeten vooraf (digitaal) gemeld worden, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen:
reguliere werkzaamheden;
werkzaamheden van niet ingrijpende aard;
spoedeisende werkzaamheden ten gevolge van een ernstige belemmering of storing.
Voor de reguliere werkzaamheden geldt dat pas gestart mag worden met die werkzaamheden als op basis van een aanvraag een instemmingsbesluit is verleend. De gemeente hanteert in het algemeen een doorlooptijd van acht weken voor het geven van een besluit op aanvragen voor reguliere werkzaamheden.
Voor werkzaamheden van niet ingrijpende aard is geen instemmingsbesluit noodzakelijk maar kan worden volstaan met een (digitale) melding vooraf. Na melding kan in het algemeen binnen een termijn van enkele werkdagen met de werkzaamheden gestart worden.
Voor spoedeisende werkzaamheden kan het zijn dat schriftelijk of digitaal melden vooraf onmogelijk is. Alleen in dit uitzonderingsgeval is het toegestaan het werk achteraf te melden. In de praktijk dient altijd in ieder geval telefonisch vooraf gemeld te worden. Indien blijkt dat de uitgevoerde werkzaamheden omvangrijk zijn geweest of bijvoorbeeld een waterweg hebben gekruist, dient alsnog een instemmingsbesluit te worden aangevraagd volgens de gebruikelijke procedure. Zo kan de gemeente alsnog de aan haar verstrekte relevante informatie verwerken.
Kabels en/of leidingen
Kabels en/of leidingen zijn onderdeel van een openbaar netwerk, daaronder ook begrepen de daarmee verbonden transformator-, schakel-, verdeel- en onderstations, distributie- en/of mutatiepunten. Voorbeelden van kabels en leidingen zijn telecommunicatie- en omroepkabels, elektriciteitskabels (koppel-, transport- en distributiekabels), gasleidingen, waterleidingen en leidingen ten behoeve van stadsverwarming (transport-, distributie- en dienstleidingen) en kabels en leidingen voor industriële netwerken. Voorbeelden van distributie- of mutatiepunten zijn handholes, afsluiters, brandkranen, lassen, enzovoort. Het begrip kabels en/of leidingen omvat ook lege buizen, ondergrondse ondersteuningswerken (zoals mantelbuizen, kabelgoten, duikers) en beschermingswerken. Het gaat om kabels en/of leidingen die onderdeel uitmaken van openbare netwerken, dus niet om verbindingen die liggen binnen de installatie c.q. het domein van een (eind)gebruiker (producent of een afnemer), of uit gebruik genomen kabels en/of leidingen.
Marktconforme kosten
De gemeente streeft ernaar om het medegebruik van bestaande voorzieningen (van de gemeente zelf of van andere betrokken partijen) te stimuleren. Partijen kunnen worden verplicht daarvan gebruik te maken, met dien verstande dat de te betalen vergoeding marktconform dient te zijn. Hierbij is aansluiting gezocht bij de definitie zoals die in de Telecommunicatiewet wordt gebruikt.
Netbeheerder
Netbeheerders zijn de beheerders van (niet-)openbare netwerken bestemd voor het transport van water, energie en informatie. Dat zijn dus ook de aanbieders van (niet-)openbare elektronische communicatienetwerken. Vaak zal de netbeheerder in het geval van voorgenomen werkzaamheden de rol van opdrachtgever op zich nemen. Onder een netbeheerder wordt tevens verstaan degene die in eigen naam en voor eigen rekening kabels en/of leidingen ten dienste van een dergelijk netwerk aanlegt, in stand houdt en opruimt, ook indien hij niet zelf dit netwerk of de diensten via dit netwerk dan wel de bijbehorende faciliteiten aanbiedt.
Netwerk
De omschrijving maakt met name duidelijk dat het gaat om het geheel van kabels of leidingen die bestemd zijn voor transport van vaste, vloeibare of gasvormige stoffen, van energie of van informatie, bijvoorbeeld de distributie- en transportnetten voor energie (gas, water, elektriciteit) en de elektronische communicatienetwerken (zoals geregeld in en krachtens de Telecommunicatiewet, artikel 1.1. onderdelen e en h).
Openbare gronden
Hiertoe worden, conform het in de begripsbepalingen genoemde wetsartikel, gerekend de openbare wegen inclusief trottoirs/voetpaden, glooiingen, bermen, sloten, bruggen, viaducten, duikers, tunnels, beschoeiingen en andere werken, evenals wateren inclusief bruggen, plantsoenen, pleinen en andere plaatsen die voor eenieder toegankelijk zijn (ook wel openbare ruimte genoemd).
Spoedeisende werkzaamheden
Hiervoor geldt een lichter procedureel regime. De netbeheerder moet duidelijk maken dat
dit werk redelijkerwijs geen uitstel kan dulden op grond van de aangegeven belangen.
Werkzaamheden
(Graaf)werkzaamheden in de openbare grond, inclusief het opbreken en herstel van de sleufverharding en sleufloze technieken in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels en/of leidingen. Onder instandhouding in de zin van deze verordening wordt mede begrepen het nemen van maatregelen, waaronder verplaatsen van de kabels en/of leidingen zoals bedoeld in artikel 10 van de AVOI en in de Telecommunicatiewet. Onder sleufloze technieken wordt verstaan het maken van een holle ruimte in de grond, met behulp van een (gestuurde) boring of persing, zonder daarbij de omringende grondslag te verwijderen. De regels van de AVOI hebben betrekking op mechanische werkzaamheden en handmatige werkzaamheden. Deze laatste zijn vooral van toepassing op werken nabij bomen en andere groenvoorzieningen en bij spoedeisende werkzaamheden of niet ingrijpende werkzaamheden. De AVOI ziet voorts op werkzaamheden in verband met het bevorderen van medegebruik van voorzieningen, zoals mantelbuizen, kabelgoten of geleidingen.
Werkzaamheden van niet ingrijpende aard
Het onderscheid tussen werkzaamheden van al dan niet ingrijpende aard vloeit voort uit artikel 5.4, vijfde lid, van de Telecommunicatiewet. De definitie geeft op hoofdlijnen aan voor welke situaties deze lichtere procedure van toepassing kan zijn. Vaak gaat het om werkzaamheden aan reeds bestaande kabels en/of leidingen en betreft het een beperkte lengte of oppervlakte die niet of nauwelijks het normale gebruik van de openbare gronden beperkt. Daarbij wordt ook mede in de beoordeling betrokken of er rijbanen en andere verhardingen, wateren of groenvoorzieningen volledig gekruist worden of dat boringen noodzakelijk zijn.
Een aansluiting is het gedeelte van de kabel en/of leiding dat een netwerk verbindt met een fysiek punt waarop een klant de toegang tot een openbaar netwerk wordt geboden. Een fysiek punt is bijvoorbeeld een netwerkaansluitpunt, gasmeter, watermeter of ISRA-punt. Dit betekent dat onder andere huisaansluitingen, zoals bedoeld in de WION, aansluitingen voor bedrijfspanden of windmolens hier ook onder vallen.
Aansluitingen (tot een bepaalde lengte) worden door de relatief beperkte omvang van de werkzaamheden uitgezonderd van een aantal algemene regels van de AVOI. Ook andere niet ingrijpende werkzaamheden, te denken valt daarbij aan werkzaamheden die slechts gedurende relatief korte tijd in een beperkt gedeelte van het netwerk worden verricht en waarvan de impact relatief beperkt en kortstondig is, worden aan een lichter regime onderworpen waarvoor nadere kaders zijn gesteld
Onder deze werkzaamheden vallen ook:
het aanbrengen of verwijderen van kabels en/of leidingen in reeds aangebrachte voorzieningen, zoals buizen ten behoeve van glasvezelkabels (bijvoorbeeld HDPE-buizen) en mantelbuizen;het maken van maximaal twee opbrekingen met elk een afmeting van maximaal 2 m².
Een opbreking kan zijn het maken van een montagegat c.q. lasgat ten behoeve van de toegang tot een distributie- of mutatiepunt, het plaatsen van afsluiters, het opgraven van een kabelrol ten behoeve van aansluitingen, het herstellen van kabel- c.q. leidingstoringen of voor inspectiedoeleinden. Het maken van twee montagegaten c.q. lasgaten tegelijk kan onder andere aan de orde zijn bij het inblazen van glasvezelkabels in bestaande HDPE-buizen.
Overige begripsbepalingen
Behoeven geen nadere toelichting.
Artikel 2 Toepasselijkheid
Deze AVOI geeft invulling aan de wettelijke verplichting voor de gemeente om een Telecommunicatieverordening op te stellen voor werkzaamheden aan kabels ten dienste van een openbaar elektronisch communicatienetwerk. De AVOI geldt voor netbeheerders en hun eventuele rechtsopvolger(s). Eventuele bepalingen in de AVOI, zoals artikel 10 van de AVOI, gelden niet voor deze kabels indien en voor zover hierin reeds is voorzien in de Telecommunicatiewet. Vooralsnog is er geen vergelijkbare wettelijke regeling voor andere kabels en leidingen, zoals elektriciteitskabels en waterleidingen. Regels en afspraken met betrekking tot deze netbeheerders werden steeds opgenomen in de APV of privaatrechtelijke overeenkomsten. Met deze verordening wordt voorzien in, zoveel mogelijk uniforme, regelgeving voor alle netbeheerders die binnen de gemeente werken.
Artikel 3 Beleidsregels
Burgemeester en wethouders krijgen de mogelijkheid toegekend door de raad om in voorkomende gevallen beleidsregels ter uitvoering van deze verordening vast te stellen. Deze beleidsregels kunnen worden opgenomen in onder meer een Nadeelcompensatieregeling, een regeling voor de te hanteren tarieven voor onder andere herstel-, beheer- en degeneratiekosten en Handboek kabels en leidingen. In bijvoorbeeld het Handboek kabels en leidingen kunnen technische en procedurele voorwaarden worden opgenomen in verband met onder andere:
feest- of gedenkdagen en/of beperking van overlast voor belanghebbenden, bijvoorbeeld een winkelier;de wijze van uitvoering;het opstellen van voorschriften op het gebied van markering en afzetting;het maken van proefsleuven;opruimen van buiten gebruik zijnde kabels en/of leidingen.
Hoofdstuk 2: Aanvragen en melden van werkzaamheden
Artikel 4 Instemmingsvereiste
Uitgangspunt is dat werkzaamheden in de openbare ruimte verboden zijn, tenzij men
beschikt over een instemmingsbesluit. De in de Telecommunicatiewet neergelegde verplichting dat instemming van burgemeester en wethouders is vereist, is opgenomen in de AVOI en is van toepassing op de werkzaamheden van alle netbeheerders. Daarmee wordt ook voorzien in de toestemming of vergunning die andere kabel- en leidingeigenaren voorheen dienden te hebben voor voorgenomen werkzaamheden in gemeentegrond. Conform het bepaalde in de Telecommunicatiewet geldt dat die instemming betrekking heeft op de plaats, het tijdstip en de wijze van uitvoering van de werkzaamheden.
In dit artikel wordt voor de instemmingsprocedure onderscheid gemaakt tussen reguliere werkzaamheden, werkzaamheden van niet ingrijpende aard en spoedeisende werkzaamheden. Niet ingrijpende werkzaamheden zijn werkzaamheden waarvoor gedurende niet meer dan een korte tijd in een beperkt gedeelte van het netwerk werkzaamheden worden verricht en waarvan de impact voor de omgeving relatief beperkt en kortstondig is. Er wordt als norm een lengte van de kabels en/of leidingen tot 25 meter gehanteerd en daarbij mogen geen verhardingen of groenvoorzieningen worden gekruist. Bij spoedeisende werkzaamheden kan het voorkomen dat, juist vanwege de urgentie, schriftelijk of digitaal melden vooraf onmogelijk is.
De uitzonderingsbepaling voor spoedeisende werkzaamheden geldt niet als werkzaamheden moeten worden verricht in gebieden die door de raad op een vooraf bekend gemaakte kaart zijn aangegeven. Dit betekent dat in gebieden die op deze kaart staan geen spoedeisende werkzaamheden uitgevoerd mogen worden zonder voorafgaand instemmingsbesluit.
Voorbeelden van dergelijke gebieden die op de kaart kunnen staan zijn:
Risicogebieden als industriegebieden met buisleidingen voor transport met gevaarlijke stoffen; Historische stadskernen of historische straten of natuurgebieden; Toegangswegen van en naar gebouwen van hulpdiensten, brandweerkazernes, politie, en gemeentelijke gebouwen. De gemeente kan voor toegangswegen naar zulke gebouwen de doorgang altijd vereisen.
In bovenstaande gevallen is het niet aanvaardbaar dat zonder specifiek toezicht van de gemeente wordt gegraven. Vaststelling van deze gebieden kan ook plaatsvinden na vaststellen van de AVOI.
Voor werkzaamheden rond de kabels en/of leidingen van de gemeente zelf, zoals de riolering, is om praktische redenen de verordening (en het daarin opgenomen breekverbod) niet van toepassing. Om redenen van effectiviteit en kwaliteit is het wel zeer wenselijk dat waar mogelijk binnen de gemeente afspraken en procedures worden gemaakt om de doelen van deze verordening ook intern zoveel mogelijk na te leven.
Ondanks het feit dat er een instemmingsbesluit voor de werkzaamheden is verstrekt, zijn burgemeester en wethouders bevoegd een breekverbod in te stellen tijdens door de gemeente vergunde evenementen of als er naar haar oordeel sprake is van extreme weersomstandigheden. Een afweging die hierbij gemaakt wordt is de kans op schade en de omvang hiervan aan de openbare gronden als er gegraven wordt. Het breekverbod wordt op de dag dat dit ingaat, gecommuniceerd naar de betrokken uitvoerende partijen. In ieder geval een dag voor het beëindigen van het breekverbod wordt dit meegedeeld aan de betrokken uitvoerende partijen.
Gedurende het breekverbod mogen er op geen enkele wijze werkzaamheden plaatsvinden in de openbare grond en/of bestrating. In het geval van spoedeisende werkzaamheden is het breekverbod niet van toepassing. Overtreding van het breekverbod leidt tot geheel of gedeeltelijke stillegging van het werk. Een nadere omschrijving van het breekverbod is opgenomen in het Handboek kabels en leidingen. De geldigheidsduur van het instemmingsbesluit wordt automatisch verlengd met de periode van het breekverbod.
Artikel 5 Aanvragen en melden
In het artikel wordt aangegeven dat de aanvraag van de voorgenomen werkzaamheden bij burgemeester en wethouders moet worden gedaan. Dat kan bij burgemeester en wethouders of bij de daarvoor gemandateerde ambtenaren.
Voor spoedeisende werkzaamheden, zoals ingeval van storingen, wordt een uitzondering gemaakt. Deze moeten zoveel mogelijk voor aanvang van de werkzaamheden gemeld worden, als dit niet mogelijk is moet dit in ieder geval binnen een werkdag na uitvoering van de werkzaamheden zijn gedaan.
Spoedeisende werkzaamheden dienen bij de burgemeester van de gemeente te worden gemeld dan wel bij een daartoe door hem gemachtigd ambtenaar. In de praktijk kan buiten kantooruren de melding veelal plaatsvinden bij de calamiteiten- of piketdienst.
De burgemeester kan besluiten dat de werkzaamheden op een ander dan het voorgenomen tijdstip plaatsvinden als de openbare orde zich verzet tegen de uitvoering van bovengenoemde werkzaamheden. Dit geldt ook als er gevaar dan wel de vrees voor het ontstaan van gevaar is.
In dit artikel wordt beschreven dat de voorgenomen werkzaamheden ook betrekking kunnen hebben op openbare gronden van andere gedoogplichtigen dan de gemeente. Omdat de gemeente een coördinerende rol heeft over alle openbare gronden binnen de gemeentelijke grenzen moet voor alle voorgenomen werkzaamheden in openbare grond een aanvraag voor een instemmingsbesluit worden gedaan. Dit geldt dus ook in het geval dat voorgenomen werkzaamheden zich beperken tot bijvoorbeeld openbare gronden van de Provincie of het Waterschap.
Wellicht ten overvloede wordt erop gewezen dat naast het instemmingsbesluit mogelijk ook vergunningen aangevraagd moeten worden voor de voorgenomen werkzaamheden. In het geval zowel een instemmingsbesluit als een vergunning van een al dan niet ander bestuursorgaan dan de gemeente nodig is, heeft de gemeente hierin een coördinerende rol om afstemming te bevorderen.
Als de aanvrager daar om verzoekt kan de gemeente inhoudelijke afstemming van de beoordeling van de aanvragen bij andere bestuursorganen nastreven. De aanvrager blijft echter zelf verantwoordelijk voor de afstemming en toestemming van alle betrokken gedoogplichtigen en het aanvragen en verkrijgen van de benodigde vergunningen.
Het is belangrijk dat aanvragers zelf bij het aanvragen van een instemmingsbesluit rekening houden met een eventueel vergunning traject waarop de aanvraag voor het instemmingsbesluit betrekking heeft. Dit kan onnodige vertraging voorkomen bij het afgeven van het instemmingsbesluit omdat het verlenen van een benodigde vergunning eerst afgewacht dient te worden voordat er instemming kan worden verleend.
Artikel 6 Gegevensverstrekking
In dit artikel is verduidelijkt op welke wijze een aanvraag moet worden gedaan en welke gegevens daarbij verstrekt moeten worden. Het betreft informatie die de gemeente als beheerder van de openbare gronden nodig heeft om een juiste beoordeling te maken en inzicht te krijgen in de belangen die door de voorgenomen werkzaamheden worden geraakt. Zo dienen in het geval dat een netbeheerder opdracht geeft om de werkzaamheden te laten verrichten en daartoe een externe uitvoerder machtigt, behalve de gegevens van de externe partij ook die van de netbeheerder te worden verstrekt.
De aanvraag moet (digitaal) gebeuren door middel van de door burgemeester en wethouders vastgestelde formulieren en/of registratiesysteem. Voor aanvragen voor werkzaamheden van niet ingrijpende aard behoeft slechts een beperkt aantal gegevens verstrekt te worden. Voor reguliere aanvragen dienen meer gegevens verstrekt te worden.
Burgemeester en wethouders kunnen besluiten de aanvraag niet in behandeling te nemen in overeenstemming met het bepaalde in artikel 4:5 lid 1 Awb.
Bij de aard van de kabels en/of leidingen gaat het erom of het openbare of niet-openbare kabels en/of leidingen betreft.
Het waarborgen van de blijvende bereikbaarheid van de kabels en/of leidingen kan bijvoorbeeld worden aangetoond door een opgave van de doorsnede van de kabel- en/of leidingsleuf of -goot waarin het ruimtebeslag van de aanwezige en de aan te brengen kabels en/of leidingen gezamenlijk is aangegeven. Indien de aanleg van kabels en/of leidingen (mogelijk) hinderlijke ligging teweeg zal brengen moet aan de gemeente overlegd worden wat de uitkomst is van overleg met andere netbeheerders en welke afspraken inzake de hinderlijke ligging er zijn gemaakt tussen netbeheerders. Indien het beoogde tracé geen ruimte biedt voor de aanleg van nieuwe kabels en/of leidingen dient een alternatief tracé te worden gekozen.
Op grond van de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten (WION) is er een elektronisch informatiesysteem waarmee informatie tussen beheerders enerzijds en opdrachtgevers, grondroerders en bestuursorganen anderzijds wordt uitgewisseld. Van de netbeheerders wordt verwacht dat zij hun kabels en/of leidingen zodanig registreren dat steeds inzicht daarin kan worden verkregen door de gemeente.
Er is samenhang tussen de WION en de AVOI van de gemeente. De WION heeft betrekking op het voorkomen van graafschade via een plicht tot zorgvuldig graven én een plicht tot zorgvuldige en tijdige informatie-uitwisseling. De WION bepaalt in artikel 44 dat het onverlet laat dat de gemeente in het belang van openbare orde en veiligheid bij verordening voorschriften kan geven over werkzaamheden, waaronder het binden van graafwerkzaamheden aan het hebben van een vergunning (in de zin van deze verordening een instemmingsbesluit).
Artikel 7 Voorschriften bij instemmingsbesluit
Op grond van de AVOI gelden een aantal verplichtingen voor degene die werkzaamheden gaan verrichten. Daarnaast kunnen burgemeester en wethouders aan het instemmingsbesluit aanvullende voorschriften verbinden. In de verordening is geregeld onder welke voorwaarden dit kan en welke soort voorschriften dit zijn. De voorschriften hebben vooral te maken met de wijze van uitvoering en zijn gericht op de (deels wettelijk vastgelegde) belangen die de gemeente geacht wordt te behartigen. Daarnaast kunnen door burgemeester en wethouders lokaal geldende regels van toepassing worden verklaard als die er ten aanzien van de aanleg van kabels en/of leidingen zijn.
In het kader van de ondergrondse ordening kan gedacht worden aan bescherming van reeds in de grond aanwezige werken van bijvoorbeeld de riolering en de levering of het transport van elektronische informatie, gas, water en elektriciteit. Bescherming van deze werken betekent onder meer het niet in gevaar brengen of zonder noodzaak bemoeilijken van deze werken Voorts kan dit (indirect) met zich meebrengen dat deze werken zo min mogelijk worden gehinderd in hun ligging.
Dit artikel benadrukt dat alle belanghebbenden worden geïnformeerd. Hieronder vallen onder andere bewoners van percelen langs het tracé, maar ook de bedrijfsmatige gebruikers, winkeliers en gebruikers van kantoorpanden.
Als burgemeester en wethouders vooraf hebben aangegeven zelf zorg te dragen voor het in oude staat terugbrengen van verhardingen en beplanting dient de netbeheerder de marktconforme kosten daarvan aan de gemeente te vergoeden.
Artikel 8 (Mede)gebruik van voorzieningen
Dit artikel heeft als doel om medegebruik zoveel als mogelijk te bevorderen. Op verzoek van een gedoogplichtige dient zoveel mogelijk gebruik gemaakt te worden van reeds aanwezige voorzieningen als deze tegen een marktconforme prijs worden aangeboden. Het doel hiervan is te voorkomen dat onnodig gegraven wordt in gemeentegrond en dat er zo effectief mogelijk gebruik wordt gemaakt van de openbare ruimte bijvoorbeeld door middel van het delen van voorzieningen. Voorzieningen zijn bijvoorbeeld kabelgoten en geleidingen.
Artikel 9 Termijnen
De beslistermijn van burgemeester en wethouders is maximaal acht weken en is afgeleid uit de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Op grond van de Awb delen burgemeester en wethouders indien een beschikking niet binnen de bij wettelijk voorschrift bepaalde termijn kan worden gegeven, dit aan de aanvrager mede en noemen daarbij een zo kort mogelijke termijn waarbinnen de beschikking wel tegemoet kan worden gezien.
In navolging van de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen moeten burgemeester en wethouders zich bewust zijn van het belang van de voortgang van de activiteiten en zich inspannen om de termijn tot besluitvorming zo kort mogelijk te houden. Burgemeester en wethouders kunnen onder bepaalde voorwaarden de termijn tot besluitvorming verlengen en een nieuwe termijn stellen.
De Lex Silencio Positivo is de rechtsfiguur waarbij er automatisch sprake is van een positieve beschikking als een bestuursorgaan niet binnen de voorgeschreven beslistermijn een besluit op een aanvraag heeft genomen, de zogenaamde van rechtswege verleende beschikking (geregeld in paragraaf 4.1.3.3. van de Awb). Het uitsluiten van de Lex Silencio Positivo is alleen mogelijk wanneer dit gerechtvaardigd kan worden door dwingende redenen van algemeen belang. In de AVOI wordt beschreven wat de procedure is om zaken grondig af te wegen, waarbij juist onderdelen van openbare veiligheid en verkeersveiligheid een grote rol spelen. Een Lex Silencio Positivo is hier niet wenselijk om dwingende redenen van algemeen belang met name openbare orde, openbare veiligheid, verkeersveiligheid en volksgezondheid. Derhalve is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht in de AVOI niet van toepassing verklaard.
Hoofdstuk 3: Overige bepalingen
Artikel 10 Het nemen van maatregelen en nadeelcompensatie
Op het nemen van maatregelen, waaronder het verplaatsen, ten aanzien van kabels ten dienste van een openbaar elektronisch communicatienetwerk op verzoek van de gemeente, zijn de wettelijke regels conform artikel 5.8 van de Telecommunicatiewet van toepassing.
Op het nemen van maatregelen, waaronder het verplaatsen, ten aanzien van kabels en/of leidingen die ten dienste staan van een netwerk ten behoeve van water- of energievoorzieningen in of op openbare gronden gelden de geformuleerde bepalingen, in samenhang met eventuele geldende privaatrechtelijke overeenkomsten met de netbeheerder(s) die gerespecteerd worden voor zover deze regelingen niet aanvullend daarop zijn. Een netbeheerder is verplicht maatregelen, waaronder het verplaatsen, te nemen als dat noodzakelijk is voor werken door of vanwege de gemeente. De gemeente zal dus de noodzaak moeten aantonen. De eventuele compensatie van kosten van het nemen van maatregelen, waaronder het verplaatsen, worden vooralsnog berekend aan de hand van de tussen partijen van toepassing zijnde afspraken, totdat er algemeen geldende regels zijn overeengekomen.
Alle hierboven bedoelde kosten van het nemen van maatregelen, waaronder het verplaatsen, ten aanzien van kabels en/of leidingen, op verzoek van de gemeente zijn onvermijdelijke maatschappelijke kosten die zo laag mogelijk gehouden dienen te worden. Dat is een van de redenen waarom op initiatief van de gemeente proactieve regie wordt gevoerd. Hierbij worden de plannen van de gemeente én van de netbeheerders vanuit een lange termijn planning (tot vijf jaar vooruit) zoveel als mogelijk inzichtelijk gemaakt en gemonitord teneinde werkzaamheden zoveel als mogelijk op elkaar af te stemmen en/of te combineren.
Artikel 11 Overleg
Ter afstemming van allerlei zaken en het voeren van proactieve regie wordt er regelmatig een periodiek (lange termijn) overleg gepland tussen de gemeente en netbeheerders en andere betrokken of belanghebbende partijen. Dit gebeurt op initiatief van de gemeente. Het kan ook in samenwerking met andere gemeenten of overheden gebeuren.
Artikel 12 Niet-openbare kabels en/of leidingen
Met niet-openbare kabels en/of leidingen worden kabels en/of leidingen bedoeld die niet gebruikt worden om openbare diensten aan te bieden. Een voorbeeld hiervan is een point-to-point glasvezelverbinding tussen twee bankgebouwen als deze (gedeeltelijk) in openbare grond is aangelegd door de bankinstelling zelf. De gemeente gedoogt (onder voorwaarden) kabels en/of leidingen met een publieke of openbare functie in de openbare ruimte. De gemeente kan echter ook aanvragen krijgen van partijen die niet-openbare kabels en/of leidingen wensen aan te leggen. Vanwege het intensieve gebruik van de ondergrondse ruimte en de veiligheidsrisico’s is de tendens dat in het algemeen geen toestemming wordt verleend voor de aanleg van niet-openbare kabels en/of leidingen van particulieren en/of bedrijven. Particulieren die een eigen verbinding wensen, dienen bij voorkeur gebruik te maken van openbare netstructuren. Toch zijn er uitzonderingssituaties en indien de beschikbare (ondergrondse) ruimte het toestaat kan de gemeente onder strikte voorwaarden daarvoor toestemming geven.
Bij werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van niet-openbare kabels en/of leidingen in openbare wegen en wateren is het bepaalde in de AVOI van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat waar wordt bedoeld openbare kabels en/of leidingen daar moet worden gelezen niet-openbare kabels en/of leidingen. Dat betekent echter niet dat de gemeente daarmee een gedoogplicht voor deze kabels en/of leidingen heeft.
Artikel 13 Informatieplicht
Ten aanzien van kabels (en bijbehorende voorzieningen) ten dienste van openbare elektronische communicatienetwerken is wettelijk voorzien in regels voor de duur van de gedoogplicht. Het is mede daarom van belang om inzichtelijk te hebben of kabels en/of leidingen nog deel uitmaken van een netwerk. Ook gezien de mogelijkheden tot medegebruik van al bestaande voorzieningen.
Netbeheerders dienen burgemeester en wethouders te informeren over het al dan niet in gebruik zijn van bepaalde voorzieningen. Op verzoek van burgemeester en wethouders moeten zij gegevens kunnen overleggen van alle al dan niet in gebruik zijnde kabels en/of leidingen. Het gaat daarbij om gegevens over de status van de kabels en/of leidingen, bijvoorbeeld dat deze (tijdelijk) niet in gebruik zijn, maar op enig moment wel weer in gebruik kunnen worden genomen, of dat deze verlaten worden en op een geschikt moment kunnen worden opgeruimd. De bewijslast van ingebruikname en het in gebruik hebben, ligt bij de netbeheerder.
Wijzigingen kunnen ook optreden door het vervallen van het openbare karakter van gronden. Dit heeft ook gevolgen voor het al dan niet mogen hebben en houden van kabels en/of leidingen in deze gronden.
Burgemeester en wethouders moeten op de hoogte gesteld worden van het feit dat het eigendom wordt overgedragen. Indien eigendom, exploitatie of beheer van de kabel en/of leiding wordt overgedragen aan een andere netbeheerder, gaan de rechten en plichten volgens deze verordening die betrekking hebben op de kabel en/of leiding van rechtswege over op de nieuwe netbeheerder.
Op het eigendom van kabels en leidingen zijn de wettelijke bepalingen van toepassing.
Hoofdstuk 4: Handhavings- en toezichtbepalingen
Artikel 14 Toezicht en handhaving
De gemeente is belast met de handhaving van hetgeen in de verordening is opgenomen en ten aanzien van het instemmingsbesluit. Dit artikel geeft aan dat burgemeester en wethouders ambtenaren kunnen aanwijzen die belast zijn met toezicht op de naleving van het bepaalde krachtens deze AVOI. Als een of meer partijen zich niet houden aan de voorschriften van deze AVOI behouden burgemeester en wethouders zich nadrukkelijk het recht voor gebruik te maken van de haar toekomende bevoegdheden en mogelijkheden zowel bestuursrechtelijk als civielrechtelijk en eventueel strafrechtelijk.
Bestuursrechtelijk zijn met name de Awb en de Gemeentewet van belang met de huidige bepalingen inzake bestuursdwang, last onder dwangsom en bestuurlijke boete. Civielrechtelijk blijven de opties van onrechtmatige daad van toepassing. Strafrechtelijk is naast het wetboek van Strafrecht in algemene zin ook de Wet op de economische delicten relevant, omdat daarin rechtstreeks bepalingen uit de Telecommunicatiewet van toepassing zijn verklaard.
Afgezien van voornoemde preventieve en vooral correctieve of repressieve acties kunnen burgemeester en wethouders in voorkomende gevallen ook ingrijpen in het lopende proces en werkzaamheden (onder bepaalde voorwaarden) ook tijdelijk stil leggen. In dit artikel staat beschreven in welke gevallen dit kan.
In de regel zullen burgemeester en wethouders handhavend optreden, maar onder bijzondere omstandigheden kan worden verlangd dat achteraf een situatie wordt gelegaliseerd. Bijvoorbeeld indien voor reeds uitgevoerde werkzaamheden een melding is gedaan terwijl een instemmingsbesluit had moeten worden aangevraagd. Het laten verwijderen of verplaatsen van de kabels en/of leidingen kan zodanig onevenredig zijn in verhouding tot het openbaar belang dat de vereiste instemmingsprocedure alsnog moet worden gevolgd. Daarbij komt dat het van belang is dat moet worden voldaan aan de voorwaarden die zijn verbonden aan de instemmingsprocedure. Te denken valt onder andere aan een aantal (praktische) zaken, zoals het verstrekken van relevante gegevens. De kosten die de gemeente maakt voor het alsnog volgen van de vereiste procedure, is ook te beschouwen als een dienst van de gemeente waarvoor alsnog (verhoogde) leges verschuldigd kunnen zijn. Ook eventuele herstraatkosten enzovoorts kunnen in rekening worden gebracht.
Burgemeester en wethouders hebben de mogelijkheid de verleende instemming in te trekken als er niet voldaan is aan de voorschriften wat betreft plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden. Burgemeester en wethouders gaan niet over tot intrekking van het instemmingsbesluit voordat burgemeester en wethouders de houder van het instemmingsbesluit hebben gehoord. Aan het besluit tot intrekking van het instemmingsbesluit kan de verplichting worden verbonden om de betreffende kabels en/of leidingen te verplaatsen of deze te verwijderen.
Hoofdstuk 5: Overgangs- en slotbepalingen
Artikel 15 Intrekking oude verordening
Dit artikel spreekt voor zich en behoeft geen nadere toelichting.
Artikel 16 Overgangsbepalingen
Dit artikel spreekt voor zich en behoeft geen nadere toelichting.
Artikel 17 Inwerkingtreding
Dit artikel spreekt voor zich en behoeft geen nadere toelichting.
Artikel 18 Hardheidsclausule
Dit artikel spreekt voor zich en behoeft geen nadere toelichting.
[voetnoot 1] Op initiatief van de gemeente wordt proactieve regie gevoerd. Dit heeft als doel om de overlast en maatschappelijke kosten ten gevolge van werkzaamheden in de openbare ruimte te minimaliseren. Het voeren van proactieve regie in de ondergrond door de gemeente bevordert de graafrust en bespaart kosten, een win-win situatie.
Rode draad van proactieve regie is informatie-uitwisseling tussen alle belanghebbenden. Partijen (gemeenten, netbeheerders en uitvoerende partijen) betrekken elkaar vroegtijdig en in de juiste fase bij projecten. De plannen van de gemeente én van de netbeheerders worden vanuit een lange termijn planning (tot vijf jaar vooruit) zoveel als mogelijk inzichtelijk gemaakt en gemonitord teneinde werkzaamheden zoveel als mogelijk op elkaar af te stemmen en/of te combineren.