gemeente Steenbergen | Bekendmaking gemeente Steenbergen: Voorgenomen verkoop gemeentegrond aan Enexis Netbeheer B.V.

Officiele publicatie

Bekendmaking gemeente Steenbergen: Voorgenomen verkoop gemeentegrond aan Enexis Netbeheer B.V.

Objectinformatie

  • -
    Kadastraal perceel: gemeente Steenbergen sectie B nummer 711;
  • -
    Perceelgrootte: circa 23 m2;

Enige serieuze gegadigde

De gemeente Steenbergen (hierna: gemeente) is eigenaar van het perceel, bekend als gemeente Steenbergen, sectie B, nummer 711 (hierna: perceel). Het perceel is gelegen in de kern De Heen. De gemeente is voornemens om een stuk grond te verkopen en in eigendom over te dragen aan Enexis Netbeheer B.V. (hierna: Enexis), voor de realisatie van een elektriciteitsstation in het buitengebied.

Naar het oordeel van de gemeente is Enexis de enige serieuze gegadigde die in aanmerking komt voor de hiervoor vermelde voorgenomen verkoop, omdat Enexis de aangewezen netbeheerder is voor deze locatie. Enexis draagt zorg voor de aanleg en onderhoud, het beheer en de veiligheid van het energienet. Reden waarom enkel aan Enexis de bevoegdheid toekomt om de infrastructurele voorzieningen ten behoeve van het energienet aan te leggen. De aanleg van een verdeelstation is noodzakelijk voor een goede infrastructuur van nutsvoorzieningen. Dit laatste is een publiek belang. Het perceel leent zich voor de aanleg van een transformator, waarna de belasting in de omgeving goed verdeeld kan worden.

Vervaltermijn

Mocht u als belanghebbende bezwaren hebben tegen de voorgenomen verkoop, dient u die bezwaren binnen 20 kalenderdagen na datum van deze publicatie kenbaar te maken door een kort geding aanhangig te maken bij de rechtbank Zeeland West-Brabant. Blijft een kort geding uit, dan is de gemeente vrij om (verder) gevolg te geven aan haar voornemen tot verkoop. Indien u een kort geding aanspant, dan verzoeken wij u ons dit binnen voorgenoemde termijn van 20 kalenderdagen schriftelijk mede te delen.

Met deze publicatie geeft de gemeente uitvoering aan het arrest van de Hoge Raad van 26 november 2021 (ECLI:NL:HR:2021:1778).