gemeente Steenbergen | Rechtspositieverordening raads- en commissieleden gemeente Steenbergen 2023

Officiele publicatie

Verordening rechtspositie raads- en commissieleden gemeente Steenbergen 2023

De raad van de gemeente Steenbergen;

In behandeling genomen het voorstel van het presidium d.d. 12 oktober 2023

gelet op de artikelen 95, eerste en tweede lid, 96, eerste en tweede lid, 98, 99 van de Gemeentewet;

mede gelet op de artikelen 3.1.2. (toelage lid vertrouwenscommissie) 3.1.3. eerste lid (toelage onderzoekscommissie), 3.1.4, eerste lid (toelage bijzondere commissie), 3.1.7. (reiskostenvergoeding) 3.1.9, eerste lid (verzekering arbeidsongeschiktheid), 3.3.2 (informatie- en communicatievoorzieningen), 3.3.3, tweede lid (nadere regels scholing) en 3.4.2 (hogere vergoeding commissieleden) van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers;

Besluit:

vast te stellen de Verordening rechtspositie raads- en commissieleden gemeente Steenbergen.

PARAGRAAF I. RECHTSPOSITIE RAADSLEDEN

Artikel 1. Definitiebepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a)

commissielid : lid van een commissie als bedoeld in artikel 82, 83 en 84 van de Gemeentewet, dat niet tevens raadslid is of ambtenaar die als zodanig tot lid van een commissie is benoemd

b)

commissielid-niet-raadslid : een burgerlid zoals bedoeld in het Reglement van orde

c)

griffier : de griffier, bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet

d)

raadslid : lid van de gemeenteraad

Artikel 2. Toelage raadslid onderzoekscommissie

1.

Aan een raadslid dat lid is van een onderzoekscommissie als bedoeld in artikel 155a, derde lid, van de Gemeentewet wordt, overeenkomstig artikel 3.1.3 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, voor de duur van de activiteiten van die commissie ten laste van de gemeente een toelage toegekend ten hoogste driemaal de maandelijkse vergoeding voor de werkzaamheden, bedoeld in artikel 3.1.1, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politiek ambtsdragers.

2.

Voor de toepassing van het eerste lid stelt de burgemeester de duur van de activiteiten vast. In de regel start de duur van de activiteiten bij de benoeming van de leden van de onderzoekscommissie en eindigt na de bespreking van de onderzoeksrapportage in de gemeenteraad, waarvoor beide een raadsbesluit is vereist.

Artikel 3. Toelage raadslid bijzondere commissie en vertrouwenscommissie

1.

Aan een raadslid dat lid is van een door de gemeenteraad ingestelde bijzondere commissie als bedoeld in artikel 3.1.2, eerste lid of 3.1.4, eerste lid van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, waarvan de gemeenteraad vaststelt dat deze commissie een zodanig belang dient dat de belasting en tijdsbeslag redelijkerwijs niet geacht kunnen worden te behoren tot het reguliere werk van een raadslid, ontvangt ten laste van de gemeente een toelage voor de duur van de uitoefening van de werkzaamheden.

2.

Voor de toepassing van het eerste lid stelt de burgemeester de duur van de activiteiten vast. In de regel start de duur van de activiteiten bij de benoeming van de leden van de bijzondere onderzoekscommissie en eindigt na de bespreking van de onderzoeksrapportage in de gemeenteraad, waarvoor beide een raadsbesluit is vereist.

3.

Het bedrag in het eerste lid wordt jaarlijks gewijzigd overeenkomstig de ministeriële regeling bedoeld in artikel 3.1.2 en 3.1.4. van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

Artikel 4. Verzekering raadsleden voor arbeidsongeschiktheid, ouderdom en overlijden

1.

Aan een raadslid wordt eenmaal per jaar een bedrag toegekend ter hoogte van het bedrag van de vergoeding voor de werkzaamheden voor één maand, bedoeld in artikel 3.1.1 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, waarmee een raadslid voorzieningen kan treffen ter zake van arbeidsongeschiktheid, ouderdom en overlijden. Voor zover het raadslidmaatschap gedurende het kalenderjaar begint of eindigt wordt het bedrag naar evenredigheid toegekend.

2.

Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing op een raadslid dat is benoemd in een plaats die is opengevallen als gevolg van tijdelijk ontslag van een raadslid wegens zwangerschap en bevalling of ziekte, op grond van artikel X12 van de Kieswet.

PARAGRAAF II. RECHTSPOSITIE COMMISSIELEDEN

Artikel 5. Vergoeding commissieleden-niet-raadsleden voor het bijwonen van oordeelvormende vergaderingen

1.

Een commissielid wordt een vergoeding toegekend overeenkomende met het bedrag behorende bij de eerst hogere inwonersklasse dan waartoe de gemeente Steenbergen is ingedeeld als bedoeld in artikel 3.4.1, eerste lid van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, als:

  • a)
    het commissielid op grond van zijn bijzondere beroepsmatige deskundigheid op het taakgebied van de commissie is aangetrokken; en/of
  • b)
    het commissielid een vergoeding ontvangt die niet geacht kan worden in een redelijke verhouding te staan tot de zwaarte van zijn taak en/of de omvang van de door hem te verrichten arbeid.
2.

Voor commissieleden-niet raadsleden wordt in navolging van het eerste lid, sub b een vergoeding toegekend van € 180,- per - blijkens de ondertekening van de presentielijst - aanwezige oordeelvormende vergadering en. Dit bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd, zoals bedoeld in artikel 3.4.1, derde lid van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

PARAGRAAF III. GEMEENSCHAPPELIJKE BEPALINGEN RAADS- EN COMMISSIELEDEN

Artikel 6. Nadere regels niet-partijpolitiek georiënteerde scholing raads- en Commissieleden-niet raadsleden

1.

Een raads- of commissielid-niet-raadslid dat wil deelnemen aan niet-partijpolitiek georiënteerde scholing in verband met de vervulling van zijn functie als bedoeld in artikel 3.3.3 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, dient daartoe vooraf een gemotiveerde aanvraag in bij de griffier.

2.

Deze aanvraag gaat vergezeld van stukken met inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie.

3.

De maximale vergoeding van de scholing bedraagt € 10.000,00 op jaarbasis.

4.

De griffier beslist (bij mandaat) op de aanvraag op basis van de overlegde stukken. Dit op basis van nadere regels die door het presidium zijn vastgesteld.

Artikel 7. Vergoeding reis- en verblijfkosten reizen binnen en buiten de gemeente

1.

Raadsleden, commissieleden-niet raadsleden en commissieleden hebben aanspraak op een vergoeding voor reiskosten voor het bijwonen van vergaderingen van de gemeenteraad en commissies en voor reizen die noodzakelijk zijn voor de uitoefening van hun functie.

2.

Voor reizen binnen en buiten het grondgebied van de gemeente zoals bedoeld in het eerste lid worden vergoed:

  • a.
    de kosten voor het gebruik van openbaar vervoer;
  • b.
    bij gebruik van een eigen auto het maximumbedrag dat door een werkgever aan een werknemer per afgelegde kilometer onbelast kan worden verstrekt;
  • c.
    parkeer-, veer- en tolkosten.
3.

Boetes en naheffingsaanslagen voor parkeren of andere vormen van vervoer worden niet vergoed.

4.

Als een raadslid of commissielid een tijdelijke beperking heeft, kan voor reizen als bedoeld in het eerste lid, een voor de beperking geschikte vervoersvoorziening worden vergoed of ter beschikking gesteld.

5.

De noodzakelijk en redelijkerwijs gemaakte werkelijke verblijfkosten die een raadslid of commissielid maakt in verband met reizen buiten het grondgebied van de gemeente ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur worden ten laste van de gemeente vergoed.

Artikel 8. Informatie- en communicatievoorzieningen

1.

Het raads- of commissielid-niet raadslid tekent een bruikleenovereenkomst wanneer hem ten laste van de gemeente voor de duur van de uitoefening van zijn functie informatie- en communicatievoorzieningen ter beschikking worden gesteld als bedoeld in artikel 3.3.2. Rechtspositiebesluit decentrale politiek ambtsdragers.

2.

Het raads- of commissielid-niet raadslid levert tijdens of na beëindiging van zijn functie de ter beschikking gestelde informatie- en communicatiemiddelen in bij de gemeente en tekent hiervoor een vrijwaringsbewijs.

Artikel 9. Betaling en declaratie van onkosten

1.

Tenzij het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers of de Regeling rechtspositie decentrale politieke ambtsdragers anders bepalen, vindt de betaling van kosten die op grond van deze verordening voor vergoeding of tegemoetkoming in aanmerking komen plaats door:

  • a.
    betaling uit gemeentelijke middelen, op basis van een rechtstreeks aan de gemeente toegezonden factuur,
  • b.
    betaling vooruit uit eigen middelen.
2.

Een aanvraag om een vergoeding van de onkosten als bedoeld in dit artikel gaat vergezeld van een declaratieformulier of invoering in ADP en bewijsstukken.

3.

Het declaratieformulier en de bewijsstukken worden binnen 3 maanden na factuurdatum of betaling ingediend bij de griffier.

4.

Voor zover van toepassing draagt de gemeente er zorg voor dat de betaling binnen een maand na het indienen van de aanvraag wordt overgemaakt.

Artikel 10. Intrekking oude verordening

De verordening rechtspositie raads- en commissieleden 2019 wordt ingetrokken.

Artikel 11. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in een dag na publicatie en met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2023.

Artikel 12. Citeerartikel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening rechtspositie raads- en commissieleden gemeente Steenbergen.

Steenbergen, 14 december 2023,
De raad voornoemd,
de griffier, de voorzitter,
R.A.J. Defilet, MA R.P. van den Belt, MBA