Officiele publicatie
Rectificatie: Bekendmaking gemeente Steenbergen: Voornemen om over te gaan tot verkoop van het kadastrale perceel Dinteloord, sectie B nummer 734
Deze publicatie betreft een rectificatie omdat in de oorspronkelijke publicatie een foutieve kadastrale (gemeente) omschrijving wordt benoemd. De oorspronkelijke publicatie is op 25 maart 2024 bekendgemaakt, beschikbaar via Gemeenteblad 2024, 129007.
Kadastrale percelen
-
-
Dinteloord, sectie B nummer 734, met een oppervlakte van circa 257 m².
Voornemen tot verkoop
De gemeente is eigenaar van de standplaats gelegen op het kadastraal perceel Dinteloord, sectie B, nummer 734. De gemeente treedt in dit kader op als verhuurder van de grond. De op de grond aanwezige woonwagen is al in eigendom van de zittende bewoner. Op 1 augustus 2019 heeft de gemeenteraad het Woonwagenbeleid vastgesteld. In dit beleid zijn onder andere regels opgenomen onder welke voorwaarden en op basis van welke selectieprocedure de gemeente wenst over te gaan tot verkoop van de standplaatsen. Als belangrijkste selectievoorwaarden is gesteld dat de gemeente de woonwagenstandplaats alleen verkoopt aan de zittende huurders of personen die geregistreerd staan op de wachtlijst. De gemeente is dan ook voornemens om de kadastrale grond, Dinteloord sectie B nummer 734 te verkopen aan de zittende huurder. Op basis van de vastgestelde gunningscriteria kan gesteld worden dat enkel de zittende huurder in aanmerking komen voor de aankoop van bedoelde standplaats.
Mocht u als belanghebbende bezwaren hebben tegen het voorgenomen verkoop, dan dient u die bezwaren binnen twee weken na publicatie van dit bericht kenbaar te maken door een kort geding aanhangig te maken bij de rechtbank Zeeland West-Brabant. Blijft een kort geding uit, dan is de gemeente vrij om (verder) gevolg te geven aan haar voornemen tot verkoop. Indien u een kort geding aanspant, dan verzoeken wij u ons dit binnen voorgenoemde termijn van twee weken schriftelijk mede te delen.
Met deze publicatie geeft de gemeente uitvoering aan het arrest van de Hoge Raad van 26 november 2021 (ECLI:NL:HR:2021:1778).