Officiele publicatie
Regeling sociaal-culturele bijdrage voor de minima 2016
Burgemeester en wethouders van Steenbergen:
In behandeling genomen Regeling sociaal-culturele bijdrage voor de minima 2016 d.d. 4 juli 2016
Overwegende dat deelneming aan de samenleving door de minima zoveel mogelijk dient te worden bevorderd;
Gelet op de Algemene subsidieverordening Steenbergen 2015;
Besluiten:
de Regeling sociaal-culturele bijdrage voor de minima 2016 vast te stellen.
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
-
a.
het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Steenbergen;
-
b.
subsidie: subsidie op grond van de Algemene subsidieverordening gemeente Steenbergen 2015;
-
c.
bijdrage: de met toepassing van deze uitvoeringsregeling door het college te verlenen subsidie in de verschuldigde kosten van deelname aan sociaal-culturele activiteiten;
-
d.
aanvrager: de inwoner van de gemeente Steenbergen en als zodanig ingeschreven in de Basisregistratie personen, die een aanvraag om een bijdrage op grond van deze uitvoeringsregeling indient;
-
e.
bijstandsnorm: de van toepassing zijnde bijstandsnorm op grond van de artikelen 20, 21, 22 en 23 van de Participatiewet na brutering voor de fiscus;
-
f.
inkomen: het inkomen als bedoeld in artikel 32 van de Participatiewet waarbij een eventuele bijstandsuitkering, in afwijking van artikel 32 van de Participatiewet, voor de beoordeling van het recht op een voorziening als inkomen wordt gezien;
-
g.
lid van een huishouden: een persoon van 18 jaar en ouder.
Artikel 2. Doel en strekking
Het doel van de regeling is bevordering alsmede vergroting van deelname aan de samenleving van personen van 18 jaar en ouder met een inkomen op of rond het sociaal minimum.
Artikel 3. Doelgroep
1.De bijdrage kan worden toegekend aan een aanvrager die gedurende een periode van 6 maanden is aangewezen op een inkomen wat gemiddeld per maand niet uitkomt boven 120 % van de geldende bijstandsnorm.
2.Als periode in het vorige lid wordt in aanmerking genomen het tijdvak van 6 kalendermaanden onmiddellijk voorafgaande aan de maand waarin de aanvraag is ingediend.
Artikel 4. Activiteiten die voor een bijdrage in aanmerking komen
1.De bijdrage kan worden verstrekt in de kosten van:
-
a.
lidmaatschap van een jeugd-, sport- of ontspanningsvereniging;
-
b.
deelneming aan muziek- en/of dansonderwijs;
-
c.
entree voor zwembad, bibliotheek, theater, concert, museum, bioscoop, evenement, attractie en/of pretpark;
-
d.
deelneming aan schoolreisjes, excursies en andere door school georganiseerde activiteiten.
Indien in het kalenderjaar waarin de kosten als vermeld onder het vorige lid zijn gemaakt, reeds een voorziening op grond van de Regeling ter bevordering van maatschappelijke participatie door schoolgaande kinderen is toegekend, bestaat geen recht op een bijdrage op grond van deze regeling.
Artikel 5. Hoogte van de bijdrage
1.Voor de kosten van sociaal-culturele activiteiten als bedoeld in artikel 4, eerste lid, niet zijnde die als vermeld in het voorgaande lid, is de bijdrage maximaal € 150,00 per lid van een huishouden per kalenderjaar.
2.Indien aan een lid van een huishouden in een kalenderjaar een bijdrage is verstrekt ingevolge het eerste lid, kan ten behoeve van dat gezinslid geen bijdrage meer worden verleend ingevolge het tweede lid voor zover hiermee het maximum van € 150,00 wordt overschreden.
3.Indien aan een lid van een huishouden in een kalenderjaar een bijdrage is verstrekt ingevolge het tweede lid, kan ten behoeve van dat gezinslid slechts een bijdrage worden verleend ingevolge het eerste lid onder aftrek van de reeds eerder dat jaar verstrekte bijdrage op grond van het tweede lid.
Artikel 6. Procedurebepalingen
1.De bijdrage dient achteraf te worden aangevraagd onder vermelding van de kostensoort, de hoogte van de kosten alsmede de datum waarop de kosten zijn gemaakt.
2.Een aanvraag kan worden ingediend tot uiterlijk vier weken na het einde van het kalenderjaar waarin de kosten zijn gemaakt.
3.Uiterlijk binnen vier weken na ontvangst van de aanvraag wordt een beschikking over de verlening en vaststelling van de bijdrage afgegeven.
Artikel 7. Verplichtingen
Ter beoordeling van het recht op een bijdrage dienen door aanvrager bewijsstukken te worden overgelegd van de op het aanvraagformulier vermelde inkomsten voor zover aanvrager over de in aanmerking te nemen periode geen (bijstands)uitkering van een van de Brabantse Wal gemeenten heeft ontvangen, alsmede van de kosten waarvoor de bijdrage wordt gevraagd.
Artikel 8. Hardheidsclausule
Door of namens het college kan met toepassing van artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende worden afgeweken van de bepalingen in deze regeling, indien toepassing hiervan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Artikel 9. Slotbepalingen
1.De regeling wordt aangehaald als: ”Regeling sociaal-culturele bijdrage voor de minima 2016”.
2.Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 augustus 2016 en heeft terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2016.
3.De “Regeling sociaal-culturele bijdrage voor de minima 2015”, vastgesteld bij besluit van 31 maart 2015, vervalt per 1 augustus 2016.
4.Onder een bijdrage als bedoeld in artikel 5 wordt mede verstaan een bijdrage op grond van artikel 5 van de Regeling sociaal-culturele bijdrage voor de minima 2015.
Steenbergen, 12 juli 2016
Algemene toelichting
Het doel van de regeling is bevordering alsmede vergroting van deelname aan de samenleving van personen van 18 jaar en ouder met een inkomen op of rond het sociaal minimum. De Regeling sociaal-culturele bijdrage voor de minima is een deelregeling gebaseerd op de Algemene subsidie-verordening gemeente Steenbergen 2015.
Uit onderzoek is gebleken, dat door de combinatie van regelingen op rijksniveau gezinnen met oudere kinderen met grote tekorten te maken hebben en dan vooral bij gezinnen met een inkomen op 120% van het sociaal minimum. Om hieraan tegemoet te komen worden een tweetal maatregelen genomen. De eerste maatregel betreft verhoging van het maximale inkomen waarbij aanspraak kan worden gemaakt op deze regeling naar 120% van het sociaal minimum. De tweede maatregel is inkorting van de referteperiode naar 6 maanden.
Aanpassing van de bijdrageregeling is daarvoor noodzakelijk. Met de bijdrageregeling 2016 wordt hierin voorzien.