Officiele publicatie
Subsidieregeling Ondernemersfondsen gemeente Steenbergen
Intitulé
Subsidieregeling Ondernemersfondsen gemeente Steenbergen
Burgemeester en wethouders van Steenbergen:
Overwegende dat het gewenst is om de leefbaarheid en ondernemersklimaat in de centrumgebieden Steenbergen en Dinteloord te stimuleren;
Dat zowel in Dinteloord als in Steenbergen een ondernemersvereniging actief is die bestaat uit leden die een bijdrage leveren aan de leefbaarheid en het ondernemersklimaat van het centrumgebied waarbinnen deze ondernemersverenigingen actief zijn;
Dat ondernemers in de toepassingsgebieden in Dinteloord en Steenbergen reclamebelasting betalen ten behoeve van het ondernemersfonds beheerd door de ondernemersverenigingen;
Deze ondernemersfondsen in het leven zijn geroepen ter versterking van het ondernemersklimaat, het houden van collectieve activiteiten/evenementen en het behouden van de leefbaarheid en economische aantrekkelijkheid van deze twee centrumgebieden in de gemeente Steenbergen;
Overwegende dat de gemeente Steenbergen een Algemene subsidieverordening heeft opgesteld en het daarnaast noodzakelijk is nadere regels vast te stellen waarin is aangegeven welke activiteiten worden gesubsidieerd en de nadere voorwaarden vast te stellen waaronder de subsidies worden verstrekt;
Gelet op artikel 2 lid 1 sub d en artikel 3 van de Algemene subsidieverordening gemeente Steenbergen 2015 en op titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht.
Besluiten: vast te stellen de Subsidieregeling Ondernemersfondsen gemeente Steenbergen.
Artikel 1. Definities
1.De definities uit artikel 1 van de Algemene subsidieverordening gemeente Steenbergen 2015 zijn op deze subsidieregeling van toepassing.
2.In aanvulling op het eerste lid wordt in deze regeling verstaan onder:
-
a.
Aanvrager: een ondernemersvereniging die actief is binnen een toepassingsgebied in de gemeente Steenbergen en het ondernemersfonds beheert;
-
b.
Activiteitenplan: een beschrijving van de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd, de doelen en resultaten welke met die activiteiten worden nagestreefd, en hoe de activiteiten daaraan bijdragen;
-
c.
ASV: Algemene subsidieverordening gemeente Steenbergen 2015;
-
d.
Begroting: een schriftelijk overzicht van alle geraamde inkomsten en uitgaven van een aanvrager voor zover deze betrekking hebben op de activiteit waarvoor een subsidie wordt aangevraagd;
-
e.
Perceptiekosten: de kosten die de gemeente maakt om reclamebelasting te kunnen heffen, innen en controleren. Dit omvat onder andere de kosten voor het registreren van de belastingplichtigen, het verzenden van aanslagen en het uitvoeren van controles om ervoor te zorgen dat alle belastingplichtigen correct worden belast.
-
f.
Ondernemersvereniging: beheerder van het ondernemersfonds binnen een toepassingsgebied;
-
g.
Toepassingsgebied: het gebied waarbinnen reclamebelasting geheven wordt in Dinteloord en Steenbergen;
-
h.
Subsidiejaar: kalenderjaar.
Artikel 2. Toepassingsbereik
1.Het bepaalde in deze subsidieregeling is enkel van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 3 bedoelde activiteiten.
2.In afwijking van het bepaalde in artikel 1 van de ASV kan een aanvraag om een subsidie uitsluitend door een ondernemersvereniging worden ingediend.
3.In afwijking van het bepaalde in artikel 1 van de ASV wordt uitsluitend aan een ondernemersvereniging subsidie verleend.
Artikel 3. Subsidiabele activiteiten
1.Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor activiteiten die bijdragen aan het behouden van of het versterken van de leefbaarheid en de economische aantrekkelijkheid van de toepassingsgebieden in de kernen waar reclamebelasting geheven wordt.
2.De subsidiabele activiteiten bestaan uit de volgende activiteiten:
-
a.
Het doen van investeringen in de toepassingsgebieden of;
-
b.
Het houden van collectieve (promotionele activiteiten) in de toepassingsgebieden of;
-
c.
Het organiseren van evenementen in de toepassingsgebieden.
Artikel 4. Doelgroep
Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan een ondernemersvereniging dat actief is binnen een toepassingsgebied in de gemeente Steenbergen. De ondernemersvereniging van de betreffende kern kan alleen aanspraak maken op het deel van de inkomsten van de reclamebelasting dat geïnd wordt in dezelfde kern.
Artikel 5. Kosten die voor subsidie in aanmerking komen
1.Voor subsidie komen de redelijk gemaakte kosten in aanmerking die direct verbonden zijn met de uitvoering van de activiteit of activiteiten als bedoeld in artikel 3.
2.Niet voor subsidie in aanmerking komen:
-
a.
Reis- en verblijfskosten;
-
b.
Aanschaf van materialen en goederen die later voor privédoeleinden worden gebruikt;
-
c.
Onvoorziene kosten die niet zijn benoemd in de begroting.
Artikel 6. Subsidieplafond
1.Het subsidieplafond voor deze regeling wordt door de raad vastgesteld.
2.Subsidieverstrekking vindt plaats op volgorde van ontvangst van volledig ingediende aanvragen, totdat het vastgesteld subsidieplafond is bereikt.
Artikel 7. Aanvraag van de subsidie
1.De aanvraag voor een subsidie wordt, in afwijking van artikel 8 lid 1 ASV, uiterlijk op 31 oktober van het kalenderjaar voorafgaand aan het betreffende kalenderjaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd schriftelijk ingediend. Bij de aanvraag legt de aanvrager de volgende gegevens over:
-
a.
oprichtingsakte en statuten;
-
b.
het activiteitenplan;
-
c.
een begroting.
De aanvraag voor een subsidie voor 2024, wordt in afwijking van lid 1, uiterlijk op 1 februari 2024 schriftelijk ingediend, Bij de aanvraag legt de aanvrager de volgende gegevens over:
-
a.
Oprichtingsakte en statuten;
-
b.
Het activiteitenplan;
-
c.
Een begroting
Artikel 8. Beslistermijn
Het college beslist op een aanvraag om een subsidie als bedoeld in artikel 6 uiterlijk op 31 december van het jaar waarin de aanvraag is ingediend.
Artikel 9. Wijze van betalen
1.Het college betaalt de subsidie in drie termijnen op de volgende wijze. Bij wijze van voorschot:
-
a.
Eerste termijn: 50% van de voor dat jaar ontvangen reclamebelasting per toepassingsgebied verminderd met de voor dat jaar vastgestelde perceptiekosten per toepassingsgebied, uiterlijk op 1 februari van het subsidiejaar;
-
b.
Tweede termijn: 40% van de voor dat jaar ontvangen reclamebelasting per toepassingsgebied verminderd met de voor dat jaar vastgestelde perceptiekosten per toepassingsgebied, uiterlijk op 1 september van het subsidiejaar;
-
c.
Derde termijn: 10% van de voor dat jaar ontvangen reclamebelasting per toepassingsgebied verminderd met de voor dat jaar vastgestelde perceptiekosten per toepassingsgebied, uiterlijk op 31 december van het subsidiejaar.
Voorschotten worden bij de vaststelling van de subsidie verrekend. Indien de subsidieontvanger meer voorschot heeft ontvangen dan waarop hij op grond van het besluit tot subsidievaststelling recht had, wordt het meerdere in het besluit tot subsidievaststelling teruggevorderd.
3.In afwijking van lid 1 geldt voor het kalenderjaar 2024 dat uitbetaling geschiedt op:
-
a.
Eerste termijn: 50% van de voor dat jaar ontvangen reclamebelasting per toepassingsgebied verminderd met de voor dat jaar vastgestelde perceptiekosten per toepassingsgebied, uiterlijk op 1 maart van het subsidiejaar;
-
b.
Tweede termijn: 40% van de voor dat jaar ontvangen reclamebelasting per toepassingsgebied verminderd met de voor dat jaar vastgestelde perceptiekosten per toepassingsgebied, uiterlijk op 1 september van het subsidiejaar;
-
c.
Derde termijn: 10% van de voor dat jaar ontvangen reclamebelasting per toepassingsgebied verminderd met de voor dat jaar vastgestelde perceptiekosten per toepassingsgebied, uiterlijk op 31 december van het subsidiejaar.
Artikel 10. Algemene verplichtingen van de subsidieontvanger
1.Als aannemelijk is dat een of meer subsidiabele activiteiten uit artikel 3 waarvoor de subsidie is verleend of vastgesteld niet of gedeeltelijk zullen worden verricht of dat niet aan de subsidie verbonden verplichtingen zal worden voldaan, meldt de subsidieontvanger dat schriftelijk aan het college.
2.De subsidieontvanger informeert het college schriftelijk over:
-
a.
Beslissingen of procedures die zijn gericht op de beëindiging van de activiteiten waarvoor subsidie is verleend, of tot ontbinding van de gesubsidieerde rechtspersoon;
-
b.
Relevante wijzigingen in de financiële en organisatorische verhouding met derden;
-
c.
Ontwikkelingen die ertoe kunnen leiden dat aan de subsidie verbonden verplichtingen niet of niet geheel zullen worden nagekomen;
-
d.
Wijziging van de statuten voor zover het betreft de vorm van een gesubsidieerde rechtspersoon, de persoon van de bestuurder of bestuurders en het doel van de rechtspersoon.
Artikel 11. Aanvullende weigeringsgronden
1.Onverminderd het bepaalde in artikel 10 van de ASV en artikel 4:35 Algemene wet bestuursrecht kan subsidieverlening worden geweigerd wanneer:
-
a.
De begroting niet voldoende aannemelijk wordt geacht door het college;
-
b.
De organisatorische en/of financiële continuïteit van een aanvrager en/of een activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd onvoldoende is gewaarborgd;
-
c.
De aanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten zal ontplooien die in strijd zijn met de wet- en regelgeving;
-
d.
De activiteit niet past binnen het gemeentelijk beleid;
-
e.
Voor de activiteit reeds eerder een gemeentelijke subsidie is toegekend;
-
f.
De feitelijke uitvoering van de activiteit niet plaatsvindt in het toepassingsgebied van de aanvrager.
Artikel 12. Aanvraag subsidievaststelling
1.De subsidieontvanger dient na afloop van het jaar, maar uiterlijk op 1 mei van het jaar dat volgt op het betrokken kalenderjaar, een aanvraag tot vaststelling in.
2.De aanvraag tot vaststelling bevat:
-
a.
Een inhoudelijk verslag waaruit blijkt in hoeverre de gesubsidieerde artikelen zijn verricht;
-
b.
Een overzicht van de gesubsidieerde activiteiten en de hieraan verbonden uitgaven en inkomsten (financieel verslag of jaarrekening);
-
c.
Een balans van het afgelopen subsidietijdvak met een toelichting daarop;
-
d.
In afwijking van artikel 18 lid 2 sub d van de ASV maakt een afschrift van de kascontrole onderdeel uit van de aanvraag.
Het college kan de subsidieontvanger tot 1 juli van het kalenderjaar uitstel verlenen voor het indienen van de aanvraag tot subsidievaststelling als de subsidieontvanger daar voor 1 mei om heeft verzocht.
Artikel 13. Subsidievaststelling en beslistermijn
1.Het college stelt de subsidie vast binnen twaalf weken na de ontvangst van een aanvraag tot subsidievaststelling.
2.Het college kan deze termijn eenmaal voor ten hoogste 12 weken verdagen.
3.Wanneer binnen de gestelde termijn, genoemd in artikel 8, van de subsidieontvanger geen aanvraag tot subsidievaststelling is ontvangen, kan het college de subsidie ambtshalve op een bedrag van 0 euro vaststellen.
Artikel 14. Hardheidsclausule
Het college kan van een of meer bepaalde artikelen of artikelleden van deze regeling afwijken, als daaraan vasthouden voor een subsidieaanvrager of -ontvanger gevolgen zou hebben die onevenredig zouden zijn tot de daarmee te dienen belangen.
Artikel 15. Inwerkingtreding
Deze regeling treedt op 1 januari 2024 in werking.
Artikel 16. Citeertitel
Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Ondernemersfondsen gemeente Steenbergen