Officiele publicatie
Verordening tot 1e wijziging van de Verordening individuele studietoeslag Participatiewet
De raad van de gemeente Steenbergen;
In behandeling genomen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 27 oktober 2020
Gelet op:
artikel 147 van de Gemeentewet en artikel 8, lid 1, sub c en lid 3 juncto artikel 36b van de Participatiewet;
Besluit:
De Verordening tot 1e wijziging van de Verordening individuele studietoeslag Participatiewet vast te stellen.
Artikel I
De Verordening individuele studietoeslag Participatiewet wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 3, lid 1 wordt als volgt gewijzigd:
Tot de doelgroep van de individuele studietoeslag behoort de persoon van 18 jaar en ouder die recht heeft op studiefinanciering op grond van de Wet studiefinanciering 2000 of een tegemoetkoming op grond van hoofdstuk 4 van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten, geen in aanmerking te nemen vermogen heeft alsmede door een structurele medische beperking tijdens de studie geen inkomsten kan verwerven.
B
Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het college wint extern advies in met betrekking tot het oordeel of een persoon door een structurele medische beperking tijdens de studie geen inkomsten kan verwerven.
2. Formele medische beoordeling door een onafhankelijke medische beoordelaar is geen noodzakelijke voorwaarde indien het college in individuele gevallen, aan de hand van eigen waarneming, reeds bij het college aanwezige gegevens, of door de belanghebbende verstrekte gegevens, zelf in staat is te beoordelen of iemand in aanmerking komt voor de studietoeslag.
Artikel II
Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van bekendmaking en heeft terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2020.
Algemene toelichting
Per 1 januari 2020 is vooruitlopend op bredere herziening van de Individuele studietoeslag (IST) het criterium ‘niet in staat zijn het WML te verdienen’ in artikel 36b van de Participatiewet aangepast in ‘door een structurele medische beperking tijdens de studie geen inkomsten kan verwerven’. Om het recht op de IST vast te kunnen stellen maakten we tot 1 januari 2020 gebruik van een medische beoordeling door UWV. UWV heeft echter aangegeven deze beoordelingen niet meer te kunnen verrichten. In tegenstelling tot bij het oude criterium “niet in staat zijn het WML te verdienen”, heeft het college bij het nieuwe/huidige criterium namelijk beoordelingsruimte om het recht op een IST vast te stellen. De nieuwe bepaling maakt het mogelijk om meer nadruk op individueel maatwerk te leggen door bijvoorbeeld te kijken naar de persoonlijke omstandigheden van de belanghebbende zoals bijvoorbeeld de studiebelasting, aankleedtijd, reistijd et cetera.
Artikelsgewijze toelichting
Artikel I
A
Per 1 januari 2020 is vooruitlopend op bredere herziening van de Individuele studietoeslag (IST) het criterium ‘niet in staat zijn het WML te verdienen’ in artikel 36b van de Participatiewet aangepast in ‘door een structurele medische beperking tijdens de studie geen inkomsten kan verwerven’. In tegenstelling tot bij het oude criterium “niet in staat zijn het WML te verdienen”, heeft het college bij het nieuwe/huidige criterium beoordelingsruimte om het recht op een IST vast te stellen. De nieuwe bepaling maakt het mogelijk om meer nadruk op individueel maatwerk te leggen door bijvoorbeeld te kijken naar de persoonlijke omstandigheden van de belanghebbende zoals bijvoorbeeld de studiebelasting, aankleedtijd, reistijd et cetera.
B
Om het recht op de IST vast te kunnen stellen maakten we tot 1 januari 2020 gebruik van een medische beoordeling door UWV. UWV heeft echter aangegeven deze beoordelingen niet meer te kunnen verrichten. In de vorige verordening was aangegeven dat we advies inwonnen bij het UWV, in de nieuwe/huidige verordening is gewijzigd dat er extern advies ingewonnen wordt, waarmee de partij waar advies wordt gevraagd niet bij verordening vastligt. Verder is een formele medische beoordeling door een onafhankelijke medische beoordelaar geen noodzakelijke voorwaarde, indien het college in individuele gevallen, aan de hand van eigen waarneming, reeds bij het college aanwezige gegevens, of door de belanghebbende verstrekte gegevens, zelf in staat is te beoordelen of iemand in aanmerking komt voor de studietoeslag. Uiteraard blijft het college gebonden aan de criteria die de wet stelt. Eveneens moet het college de benodigde zorgvuldigheid betrachten bij het nemen van het besluit tot toekenning van de studietoeslag. Het behoort bovendien tot de bevoegdheid en verantwoordelijkheid van het college om in voorkomende gevallen te besluiten dat onafhankelijk medisch advies nodig is teneinde de structurele medische beperking objectief vast te stellen. Het kan dan bijvoorbeeld gaan om een adviesaanvraag bij de GGD, een onafhankelijke arts of andere aanbieders in dat kader.
Artikel II
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.