gemeente Steenbergen | Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2015

Officiele publicatie

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2015

De raad van de gemeente Steenbergen;

In behandeling genomen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 30 september 2014

Gelet op:

artikel 147 Gemeentewet

artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet

besluit:

vast te stellen de volgende verordening;

Verordening op de heffing en de invorderin g van lijkbezorgingsrechten 2015

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

- begraafplaats: de algemene begraafplaats aan de Krommeweg te Steenbergen, de begraafplaatsen aan het Zuideinde en de Steenbergseweg te Dinteloord;

- eigen graf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

  • -
    het doen begraven en begraven houden van lijken;
  • -
    het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

- algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan eenieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

- eigen urnengraf: een graf waarvoor voor bepaalde of onbepaalde tijd het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

- algemeen urnengraf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan eenieder gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen;

- eigen urnennis: een nis waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen;

-asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

- urn:een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;

- verstrooiingsplaats: een permanent daartoe bestemd terrein waarop as wordt verstrooid, dan wel een plaats waarvoor voor bepaalde of onbepaalde tijd het recht is verleend om as te doen verstrooien.

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door of vanwege de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Vrijstellingen

De rechten worden niet geheven voor:

  • a.
    het lichten van een lijk of asbus op rechterlijk gezag;
  • b.
    het begraven van doodgeboren kinderen of van zuigelingen die met de overleden moeder in één kist worden begraven.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

1.

De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

2.

Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Belastingjaar

1.

Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

2.

Met betrekking tot de rechten genoemd in artikel 2 en 3 van de tarieventabel, met uitzondering van artikel 3.7, is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht.

Artikel 7 Wijze van heffing

1.

De onderhoudsrechten, bedoeld in artikel 3.7 van de tarieventabel, worden geheven bij wege van aanslag met dien verstande dat per belastbaar feit een afzonderlijke aanslag kan worden opgelegd.

2.

Andere rechten als die bedoeld in artikel 3.7 van de tarieventabel worden geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en de heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten

1.

De rechten, als bedoeld in artikel 3.7 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

2.

Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt zijn de rechten bedoeld in artikel 3.7 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

3.

Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten

Andere rechten als die bedoeld in artikel 3.7 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 10 Termijnen van betaling

1.

In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald binnen 30 dagen na de dagtekening van de schriftelijke kennisgeving.

2.

De Algemene temijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

3.

In afwijking van het bepaalde in het eerste lid moeten de rechten bedoeld in artikel 3.7 van de tarieventabel worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgende op die welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld, de tweede twee maanden later.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van de lijkbezorgingsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.
    De Verordening op de heffing en de invordering van de lijkbezorgingsrechten 2014, vastgesteld bij raadsbesluit van 7 november 2013, wordt ingetrokken met ingang van de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
  • 2.
    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
  • 3.
    In afwijking in zoverre van het in de voorgaande leden bepaalde, blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de ingetrokken verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover terzake daarvan de heffing van de rechten in die periode plaatsvindt.
  • 4.
    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2015.
  • 5.
    Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Lijkbezorgingsrechten 2015'.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 6 november 2014.

Steenbergen, 06-11-2014

De raad voornoemd,

de griffier, de voorzitter

drs. E.P.M. van der meer, J.A.M. Vos

TARIEVENTABEL

behorende bij de ‘Verordening lijkbezorgingsrechten 2015'.

Artikel 1 Begraafrecht

1.1

Voor het begraven van een lijk, asbus of urn in een graf

€ 440,00

1.2

Voor het plaatsen van een asbus of urn in een urnengraf of urnennis

€ 204,00

1.3

Voor het begraven op buitengewone uren wordt het recht bedoeld in

1.1 en 1.2 verhoogd met 50%

1.4

Onder buitengewone uren wordt verstaan de uren buiten de gewone tijd van begraven of bijzetten genoemd in artikel 9, lid 1 van de ‘Beheersverordening begraafplaatsen gemeente Steenbergen, 1997'

Artikel 2 Grafrecht

Het recht voor het doen begraven en begraven houden van een lijk of asbus en/of urn bedraagt

2.1

Per algemeen graf, voor een periode van 10 jaar

€ 365,00

2.2

Per eigen graf, voor een periode van 20 jaar

€ 487,00

2.3

Per eigen graf, voor een periode van 10 jaar, uitsluitend zijnde

de verlenging van de onder 2.2 genoemde periode

€ 365,00

2.4

Per algemeen urnengraf, voor een periode van 10 jaar

€ 260,00

2.5

Per eigen urnengraf /urnennis, voor een periode van 20 jaar

€ 402,00

2.6

Per eigen urnengraf /urnennis, voor een periode van 10 jaar

uitsluitend zijnde, de verlenging van de onder 2.5 genoemde periode

€ 260,00

Artikel 3 Onderhoud

Voor het algemeen beheer en onderhoud vanwege de gemeente bedraagt het

recht

3.1

Per algemeen graf, voor een periode van 10 jaar

€ 606,00

3.2

Per eigen graf, voor een periode van 20 jaar

€ 980,00

3.3

Per eigen graf, voor een periode van 10 jaar, uitsluitend zijnde

de verlenging van de onder 3.2 genoemde periode

€ 606,00

3.4

Per algemeen urnengraf, voor een periode van 10 jaar

€ 606,00

3.5

Per eigen urnengraf /urnennis, voor een periode van 20 jaar

€ 980,00

3.6

Per eigen urnengraf /urnennis, voor een periode van 10 jaar

uitsluitend zijnde, de verlenging van de onder 3.5 genoemde periode

€ 606,00

3.7

Voor het door of vanwege de gemeente onderhouden van voorwerpen

van graven uitgegeven vóór 2001, waarvan het onderhoud niet is afgekocht

wordt geheven per jaar:

-voor een grafkelder € 46,20

-voor een grafzerk € 37,00

-voor een grafsteen

€ 46,90

€ 37,50

€ 21,90

Artikel 4 Opgraven, ruimen, verstrooien

4.1

Voor het opgraven van een lijk wordt geheven

€ 440,00

4.2

Voor het na opgraven weer begraven in een ander graf wordt geheven

€ 440,00

4.3

Voor het opgraven of verwijderen van een asbus wordt geheven:

4.3.1

uit een graf of urnengraf

€ 220,00

4.3.2

uit een urnennis

€ 110,00

4.4

Voor het ruimen van een graf op verzoek van de belanghebbende wordt geheven

€ 440,00

4.5

Voor het verstrooien van as wordt per asbus geheven:

4.5.1

Verstrooiing op maandag tot en met vrijdag

€ 102,00

4.5.2

Verstrooiing op zaterdag

€ 179,00

4.6

Verwijderen en afvoeren van grafbedekking

€ 155,00

Steenbergen, 06-11-2014

De raad voornoemd,

de griffier, de voorzitter

drs. E.P.M. van der Meer, J.A.M. Vos